dinsdag 19 maart 2019

Jeugdherinneringen


Gregoriuskerk in Brunssum

In het voorjaar van 1955 ben ik geboren in Heerlen als derde kind in het gezin. Na ongeveer een jaar zijn mijn ouders verhuisd naar het nabij gelegen Brunssum waar ze een vrijstaand huis konden betrekken, voor de in moderne begrippen belachelijk lage koopprijs van fl. 17.000 ,-(Gulden)  . Hier heb ik mijn hele jeugd doorgebracht, die gemiddeld genomen best gelukkig was. Ik herinner me het vele, eindeloze "spelen" in de lange achtertuin, waar we tunnels konden maken om erin te kruipen of juist hoog in de kersenboom te klimmen voor de heerlijke Spaanse spek-kersen.
We hadden ook lange rijen struiken met zwarte “miemelen”(aalbessen) en  lichtgroene “kroezele” (kruisbessen). Maar ook een heel veld aardbeien en frambozen. De Limburgse klei had veel te bieden, maar kostte veel inspanning om de vette brokstukken “om te spitten”.  Verder herinner ik me ook de voorleesuurtjes van Pa, die dan in zijn luie kamerstoel zat en voorlas uit de Sprookjes van Grimm, Andersen en anderen. Heel goed herinner ik me nog het verhaal Remy in "Alleen op de Wereld", dat grote indruk maakte en waar ik later ook een teken- of kinderfilm over zag op tv. Dat raakte me tot tranen toe.  

Dat betekende niet dat wij nooit buiten de deur kwamen. Integendeel, want we gingen ook veel naar de dichtbij gelegen rolschaatsen-baan in de Beatrixstraat om er te voetballen, maar ook naar de vlakbij gelegen speeltuin. Daar ging het ook een keer mis, toen wij (mijn klasgenootje, vriendje Hans Lombarts en ik) op een vochtige vakantie-ochtend, nog voor openingstijd, over de omheining van de speeltuin wilden klimmen. Ik schoot uit met één been en gleed zo onder het prikkeldraad door met een flinke jaap in mijn onderbeen als gevolg. Een tijdlang voelde ik helemaal niets en kon zo tot op het bot kijken en zag rood/wit gespikkeld vlees eromheen. Later heb ik het wel moeten laten hechten en dat is een levenslang litteken gebleven.  Voor mijn ouders was het zeker even schrikken, want nog geen jaar daarvoor had ook mijn broer een ongelukje gehad in diezelfde speeltuin. Hij viel van de wip toen hij in het midden stond te balanceren en viel met de binnenkant van zijn bovenarm op een stalen ronde knop. Toen ontstond er ook een gat dat gehecht moest worden. 

Wat de gezondheid betreft was ik ook voor mijn ouders het “zorgenkindje of zielepietje”, want ik leed al vanaf jonge leeftijd aan astmatische bronchitis. Heel vervelend om je eigen kind te horen piepen en naar adem snakken. In een vochtige douche werd het wat minder , maar het beste werkte de gezonde buitenlucht. Als ik weer een bronchitisaanval kreeg ging ik al vroeg buiten wandelen. Mijn ouders, die kennelijk niet veel vertrouwen hadden in reguliere medicijnen, hebben allerlei “kwakzalvers” bezocht uit het alternatieve gezondheidscircuit. Van magnetiseurs, helderzienden, paragnosten tot “strijkers”. Uiteindelijk vond ik er gelukkig ook baat bij. Een behandelaar zag of wist dat ik de aanvallen kreeg als ik op een bepaalde lichaamszijde lag. Hij raadde me dus aan om altijd op mijn rechterzijde te gaan slapen. Dat werkte. Misschien kwam het ook door een andere reden , want later werd bekend dat je er ook "overheen" kon groeien in de puberteit. Psychologisch gesproken komt astma voor in gezinnen waar kinderen zich ook te weinig veilig en beschermd voelen. Deze kinderen  voelen als het ware een extra druk, die letterlijk de longen bijna dichtknijpt. Misschien was ik als kind extra gevoelig , hetgeen ook bleek uit meerdere allergieën zoals voor stof, huismijt en katten. 
Als kind voel je heel intuïtief hoe de verstandhouding tussen je ouders is en ik kromp in mijn bed in elkaar als ik ze hoorde bekvechten. Mijn vader was vrij autoritair en kon dan na een onenigheid dagenlang niets meer tegen mijn moeder zeggen, die daar erg onder leed. Als kind leed je mee, want je wil helemaal geen partij kiezen.


Altaar van de Gregoriuskerk 

Als jonge onderzoekers en belhamels haalden we in de speeltuin ook ondeugd uit. Zo wisten we de plaatselijke laag-begaafde jongen over te halen om zijn geslachtsdeel te laten zien, waarna wij hem ook nog uitlachten. Ook speelden we in de bosjes doktertje met een buurtmeisje. Toen dat ontdekt werd volgde een zware vernedering. Zelfs de politie kwam eraan te pas om mijn ouders te informeren en mij te bestraffen.

Toen ik wat ouder werd kreeg ik ook contact met een ander speelkameraadje uit de nabij gelegen Beatrixstraat, die iets ouder was en munten verzamelde net als ik. Wij ruilden volop, maar ik liet me ook overhalen om samen in een bejaardentehuis een “beurs” of spaarpotje te ontvreemden. Helaas werd dat  ontdekt en waren wij meteen onze kinderlijke onschuld kwijt. Mijn oudere zus moest mij zelfs van het politiebureau komen ophalen, nadat er procesverbaal was opgemaakt. Of dit de juiste opvoedkundige aanpak is valt te betwijfelen. Misschien bestaat het begrip nog niet, maar een kindertrauma zou je er wel van kunnen krijgen.
 Braver ben ik er ook niet van geworden, want de “streken” werden later op het internaat Rolduc alleen maar erger.  Er was in mij kennelijk een sterke onbewuste drang om uit de “beknellende” ban te springen.

Mijn moeder was een lieve, praktische vrouw  die zorgde voor het huishouden, de was, onze kleren en ze kon vooral lekker koken. Toen ik later als enige kind nog thuis woonde vanaf mijn 14e tot en met mijn 21e , zorgde zij vaak voor een lekkernij. Dat kon zijn erwtensoep, gemaakt met Eisbein, pannenkoeken, koude schotel. Zelfgedraaide kroketten of geklopte mayonaise waren haar specialiteit. Bij feesten of feestdagen bakte ze ook een cake of een harde Wiener-taartbodem, die belegd werd met gekookte kersen en slagroom.
 Als kind was ik nieuwsgierig en kon ik aandachtig  meewerken. Zelfs bij het poetsen mocht ik helpen door onder en achter het bed de plinten schoon te maken. Als klein "broekie" vond je dat heel normaal.
Braaf stopte zij ons ook in een plastic bad-teiltje in de keuken om ons te wassen voor het weekend. Later toen we een badkamer hadden laten aanleggen en ook een douche, hoefde dat gelukkig niet meer. 
Van mijn vader leerde ik meer technische klusjes, zoals een lamp vervangen, een elektrische stekker monteren,  een lamp ophangen en een fietsband plakken. 
Later heb ik mezelf het sleutelen aan een brommer geleerd. Ze vonden mij kennelijk zo slim daarin, dat ik later maar naar een technische school ben gegaan. De HTS is echter geen plek voor brommermonteurs, maar dat leerde ik later pas. Zie ook: 
https://bedrijfskunde-economie.blogspot.com/2018/02/hts-tijd-in-heerlen-1973-1977.html

Mijn vader was geboren in Venray (Noord-Limburg) en mijn moeder kwam uit Ravenstein (Gelderland). Toen zij vanwege mijn vaders werk naar Zuid-Limburg verhuisden, moesten zij zich aanpassen. Mijn vader leerde dat snel door zijn werk als inspecteur van het Sociaal Fonds Bouwnijverheid. Hij kwam op menige bouwplaats en bij veel  aannemers. Mijn moeder leerde het dialect vooral van de buren en door haar vrijwilligerswerk bij het UVV (Unie van Vrouwelijke Vrijwilligers) en als collectante , maar ook als lid van het plaatselijke koor en de gymnastiekclub. Als kind leerde ik het spelenderwijs op straat al hoorde ik veel verschillende benamingen voor het veilige plaatsje thuis: “Ich goa nao Hoes, nao Heem of Hevish”.  Ik begreep het toch wel. 
 
De weekenden verliepen vaak hetzelfde met s’-ochtends een kerkbezoek bij de Gregoriuskerk of de Sint Jozefkerk. De kinderen gingen mee tot aan de puberteit. Mijn ouders waren beide katholiek en matig gelovig. Zelf vond ik de Bijbelverhalen en de Gregoriaanse gezangen en de Latijnse teksten indrukwekkend. Zeer bijzonder waren ook de processies, waarbij een Mariabeeld op de schouders werd rondgedragen en de wegen op sommige plaatsen kleurrijk met motieven waren versierd, bestaande uit zand, gekleurd poeder en bloemblaadjes. Aangezien ons huis halverwege aan een kleine heuvel lag, kon je dan de hele straatversiering prachtig overzien als je onderaan de Wilhelminastraat ging staan. De hele geloofs- en buurtgemeenschap deed eraan mee. 

Nog heel goed weet ik nog de eerste Heilige Communie op 7-jarige leeftijd. Als kind kreeg je dan extra veel cadeaus van familie zoals een mooie bijbel of een rozenkrans met een Christus-kruisje en vooral ook (veel) geld. Voor die gelegenheid werd je ook in een deftig kinderkostuum gehesen met zwarte glimmende lakschoenen aan je voeten, zoals ik op de toen gemaakte foto terug kan zien. Datzelfde gebeurde bij de tweede plechtige Communie zo rond het 12e jaar.
 
 ‘s-Middags gingen we meestal op familiebezoek in Brabant of Noord-Limburg. Het grote voordeel was dat we op de terugweg dan meestal in een wegrestaurant gingen eten. Mijn ouders hadden zo hun vaste plekjes zoals bij een Nederlandse Chinees aan de Napoleonsweg onder Roermond, of een Van der Valk restaurant. Als kind herinner ik me nog de vele avondlijke terugritten, gezeten in de kattenbak van de Volkswagenkever en slaapdronken van het monotone motorgeluid en ritmische weggeluid. Op zo’n momenten weet ik nog kon ik mijn ouders bestoken met lastige vragen als : “Hoe ver is de Maan? Wonen daar ook mensen”?  

Met mijn drie jaar oudere broer had ik gemiddeld gesproken wel een plezierige relatie. We deelden dezelfde slaapkamer en sliepen in hetzelfde tweepersoonsbed. Soms oefenden we allerlei circusacts, waarschijnlijk omdat we allebei ook een tijdje op gymnastiek zaten. Toch kon de stemming ook omslaan en dan irriteerde hij me mateloos. Zo herinner ik me nog dat ik een keer uit woede een dartpijltje in zijn richting gooide, dat pardoes in zijn voethiel bleef steken. Gelukkig zonder verdere, ernstige gevolgen. Onderling konden we ook bonje krijgen over de zenderkeuze op televisie, want we hadden ieder zo onze voorkeuren.  Met mijn vijf jaar oudere zus had ik niet zo veel op, waarschijnlijk vanwege het leeftijdsverschil. Ze kon nogal kattig en geïrriteerd zijn. Op latere leeftijd is de verstandhouding juist veel beter geworden.                        
 De lagere Katholieke jongensschool was vlakbij, onderaan de Wilhelminastraat en daar heb ik gezeten tot en met de vijfde klas. Behalve het spelen met knikkers en met een mesje gooien in de grond was het vaak ook pittig vechten met sommige jongens uit de volksbuurten  de Egge en de Roozengaard. Veel leren deden we niet en zeker niet in de 4e en 5e klas lagere school. Daarna ben ik, na een mislukt Voorbereidende Klas (VK) -schooljaar op het Bernadinuscollege in Heerlen, naar internaat Rolduc gegaan. Zie ook:  https://religieuze-ervaringen.blogspot.com/2017/10/abdij-en-internaat-rolduc.html

Uitzonderlijk waren ook de pakjesavonden ter gelegenheid van Sinterklaas. We werden overstelpt met cadeau's van onze ouders en oppas Miep, maar ook van Tante Marja en Ome Toon en Oma Ravenstein.  

Tijdens de zomer gingen we wel eens kamperen met een kleine caravan. Zo stonden we als gezin bijna twee weken op camping Ockenburg, nabij Den Haag. Het leek wel de grootste van Europa. Mijn vader zette ons dan af en vertrok daarna weer meteen. Ma met de kinderen bleven en wij amuseerden ons wel.

Veel herinneringen bewaar ik ook aan de eerste grote buitenlandse vakantie, via Duitsland, Oostenrijk naar Italië en op de terugweg via Zwitserland. We logeerden dan in een hotel in Lido di Jesolo vlakbij Venetië aan de Adriatische kust. Altijd mooi weer, een geweldig lang zandstrand, een oneindige boulevard met kleding- en schoenwinkels maar vooral ook kraampjes met heerlijke stukken roze meloen en super Italiaanse ijs-restaurants met enorme glazen "kommen" ijskoffie. Heerlijk. Ook de Italiaanse schonen waren de moeite waard.

Nu komen we alleen nog in Brunssum voor een jaarlijkse herdenkingsmis sinds beide ouders zijn overleden en dan bezoeken we ook hun graf. 




Gemiddeld genomen heb ik zeker een gelukkige jeugd gehad in Brunssum. Na drie jaar Rolduc (in Kerkrade) kwam ik weer terug naar Brunssum om op het Romboutscollege de laatste drie jaar van de Havo af te maken. Daar werd het gezellig met de meisjes en uitgaan en vooral erg genieten van de in opkomst zijnde popmuziek. Dat begon met Radio Luxemburg en later de piratenzenders totdat alle Nederlandse radiozenders ook moderne muziek gingen draaien zoals Hilversum 3 op de FM-transisterradio''s.                             


Geen opmerkingen: