In het
voorjaar van 1955 ben ik geboren in Heerlen als derde kind in het
gezin. Na ongeveer een jaar zijn mijn ouders verhuisd naar het nabij gelegen
Brunssum waar ze een vrijstaand huis konden betrekken, voor de in moderne begrippen belachelijk
lage koopprijs van fl. 17.000 ,-(Gulden) . Hier heb ik mijn hele jeugd doorgebracht,
die gemiddeld genomen best gelukkig was. Ik herinner me het vele, eindeloze "spelen" in de
lange achtertuin, waar we tunnels konden maken om erin te kruipen of juist hoog
in de kersenboom te klimmen voor de heerlijke Spaanse spek-kersen.
We hadden
ook lange rijen struiken met zwarte “miemelen”(aalbessen) en lichtgroene “kroezele” (kruisbessen). Maar
ook een heel veld aardbeien en frambozen. De Limburgse klei had veel te bieden,
maar kostte veel inspanning om de vette brokstukken “om te spitten”. Verder herinner ik me ook de voorleesuurtjes van Pa, die dan in zijn luie kamerstoel zat en voorlas uit de Sprookjes van Grimm, Andersen en anderen. Heel goed herinner ik me nog het verhaal Remy in "Alleen op de Wereld", dat grote indruk maakte en waar ik later ook een teken- of kinderfilm over zag op tv. Dat raakte me tot tranen toe.
Dat
betekende niet dat wij nooit buiten de deur kwamen. Integendeel, want we gingen
ook veel naar de dichtbij gelegen rolschaatsen-baan in de Beatrixstraat om er te
voetballen, maar ook naar de vlakbij gelegen speeltuin. Daar ging het ook een
keer mis, toen wij (mijn klasgenootje, vriendje Hans Lombarts en ik) op een
vochtige vakantie-ochtend, nog voor openingstijd, over de omheining van
de speeltuin wilden klimmen. Ik schoot uit met één been en gleed zo onder
het prikkeldraad door met een flinke jaap in mijn onderbeen als gevolg. Een tijdlang voelde ik
helemaal niets en kon zo tot op het bot kijken en zag rood/wit
gespikkeld vlees eromheen. Later heb ik het wel moeten laten hechten en dat is
een levenslang litteken gebleven. Voor
mijn ouders was het zeker even schrikken, want nog geen jaar daarvoor had ook
mijn broer een ongelukje gehad in diezelfde speeltuin. Hij viel van de wip toen
hij in het midden stond te balanceren en viel met de binnenkant van zijn
bovenarm op een stalen ronde knop. Toen ontstond er ook een gat dat gehecht
moest worden.
Wat de
gezondheid betreft was ik ook voor mijn ouders het “zorgenkindje of zielepietje”, want ik leed
al vanaf jonge leeftijd aan astmatische bronchitis. Heel vervelend om je eigen
kind te horen piepen en naar adem snakken. In een vochtige douche werd het wat
minder , maar het beste werkte de gezonde buitenlucht. Als ik weer een
bronchitisaanval kreeg ging ik al vroeg buiten wandelen. Mijn ouders, die
kennelijk niet veel vertrouwen hadden in reguliere medicijnen, hebben allerlei
“kwakzalvers” bezocht uit het alternatieve gezondheidscircuit. Van magnetiseurs,
helderzienden, paragnosten tot “strijkers”. Uiteindelijk vond ik er gelukkig
ook baat bij. Een behandelaar zag of wist dat ik de aanvallen kreeg als ik op
een bepaalde lichaamszijde lag. Hij raadde me dus aan om altijd op mijn
rechterzijde te gaan slapen. Dat werkte. Misschien kwam het ook door een andere
reden , want later werd bekend dat je er ook "overheen" kon groeien in de
puberteit. Psychologisch gesproken komt astma voor in gezinnen waar kinderen
zich ook te weinig veilig en beschermd voelen. Deze kinderen voelen als het ware een extra druk, die
letterlijk de longen bijna dichtknijpt. Misschien was ik als kind extra
gevoelig , hetgeen ook bleek uit meerdere allergieën zoals voor stof, huismijt en
katten.
Als kind voel je heel intuïtief hoe de verstandhouding tussen je ouders is en ik kromp in mijn bed in elkaar als ik ze hoorde bekvechten. Mijn vader was vrij autoritair en kon dan na een onenigheid dagenlang niets meer tegen mijn moeder zeggen, die daar erg onder leed. Als kind leed je mee, want je wil helemaal geen partij kiezen.
Als kind voel je heel intuïtief hoe de verstandhouding tussen je ouders is en ik kromp in mijn bed in elkaar als ik ze hoorde bekvechten. Mijn vader was vrij autoritair en kon dan na een onenigheid dagenlang niets meer tegen mijn moeder zeggen, die daar erg onder leed. Als kind leed je mee, want je wil helemaal geen partij kiezen.
Altaar van de Gregoriuskerk |
Als jonge
onderzoekers en belhamels haalden we in de speeltuin ook ondeugd uit. Zo wisten
we de plaatselijke laag-begaafde jongen over te halen om zijn geslachtsdeel te
laten zien, waarna wij hem ook nog uitlachten. Ook speelden we in de bosjes
doktertje met een buurtmeisje. Toen
dat ontdekt werd volgde een zware vernedering. Zelfs de politie kwam eraan te
pas om mijn ouders te informeren en mij te bestraffen.
Toen ik wat
ouder werd kreeg ik ook contact met een ander speelkameraadje uit de nabij
gelegen Beatrixstraat, die iets ouder was en munten verzamelde net als ik. Wij
ruilden volop, maar ik liet me ook overhalen om samen in een bejaardentehuis
een “beurs” of spaarpotje te ontvreemden. Helaas werd dat ontdekt en waren wij meteen onze kinderlijke
onschuld kwijt. Mijn oudere zus moest mij zelfs van het politiebureau komen
ophalen, nadat er procesverbaal was opgemaakt. Of dit de juiste opvoedkundige
aanpak is valt te betwijfelen. Misschien bestaat het begrip nog niet, maar een
kindertrauma zou je er wel van kunnen krijgen.
Braver ben ik er ook niet van
geworden, want de “streken” werden later op het internaat Rolduc alleen maar
erger. Er was in mij kennelijk een sterke onbewuste drang om uit de “beknellende”
ban te springen.
Mijn moeder was een lieve, praktische vrouw die zorgde voor het huishouden, de was, onze kleren en ze kon vooral lekker koken. Toen ik later als enige kind nog thuis woonde vanaf mijn 14e tot en met mijn 21e , zorgde zij vaak voor een lekkernij. Dat kon zijn erwtensoep, gemaakt met Eisbein, pannenkoeken, koude schotel. Zelfgedraaide kroketten of geklopte mayonaise waren haar specialiteit. Bij feesten of feestdagen bakte ze ook een cake of een harde Wiener-taartbodem, die belegd werd met gekookte kersen en slagroom.
Als kind was ik nieuwsgierig en kon ik
aandachtig meewerken. Zelfs bij het
poetsen mocht ik helpen door onder en achter het bed de plinten schoon te
maken. Als klein "broekie" vond je dat heel normaal.
Braaf stopte zij ons ook in een plastic bad-teiltje in de keuken om ons te wassen voor het weekend. Later toen we een badkamer hadden laten aanleggen en ook een douche, hoefde dat gelukkig niet meer.
Van mijn vader leerde ik meer technische klusjes, zoals een lamp vervangen, een elektrische stekker monteren, een lamp ophangen en een fietsband plakken.
Braaf stopte zij ons ook in een plastic bad-teiltje in de keuken om ons te wassen voor het weekend. Later toen we een badkamer hadden laten aanleggen en ook een douche, hoefde dat gelukkig niet meer.
Van mijn vader leerde ik meer technische klusjes, zoals een lamp vervangen, een elektrische stekker monteren, een lamp ophangen en een fietsband plakken.
Later heb ik mezelf het
sleutelen aan een brommer geleerd. Ze vonden mij kennelijk zo slim daarin, dat
ik later maar naar een technische school ben gegaan. De HTS is echter geen plek
voor brommermonteurs, maar dat leerde ik later pas. Zie ook:
https://bedrijfskunde-economie.blogspot.com/2018/02/hts-tijd-in-heerlen-1973-1977.html
https://bedrijfskunde-economie.blogspot.com/2018/02/hts-tijd-in-heerlen-1973-1977.html
Mijn vader was geboren in Venray (Noord-Limburg) en mijn moeder kwam uit Ravenstein (Gelderland). Toen zij vanwege mijn vaders werk naar Zuid-Limburg verhuisden, moesten zij zich aanpassen. Mijn vader leerde dat snel door zijn werk als inspecteur van het Sociaal Fonds Bouwnijverheid. Hij kwam op menige bouwplaats en bij veel aannemers. Mijn moeder leerde het dialect vooral van de buren en door haar vrijwilligerswerk bij het UVV (Unie van Vrouwelijke Vrijwilligers) en als collectante , maar ook als lid van het plaatselijke koor en de gymnastiekclub. Als kind leerde ik het spelenderwijs op straat al hoorde ik veel verschillende benamingen voor het veilige plaatsje thuis: “Ich goa nao Hoes, nao Heem of Hevish”. Ik begreep het toch wel.
De weekenden
verliepen vaak hetzelfde met s’-ochtends een kerkbezoek bij de Gregoriuskerk of
de Sint Jozefkerk. De kinderen gingen mee tot aan de puberteit. Mijn ouders
waren beide katholiek en matig gelovig. Zelf vond ik de Bijbelverhalen en de
Gregoriaanse gezangen en de Latijnse teksten indrukwekkend. Zeer bijzonder
waren ook de processies, waarbij een Mariabeeld op de schouders werd
rondgedragen en de wegen op sommige plaatsen kleurrijk met motieven waren
versierd, bestaande uit zand, gekleurd poeder en bloemblaadjes. Aangezien ons
huis halverwege aan een kleine heuvel lag, kon je dan de hele straatversiering
prachtig overzien als je onderaan de Wilhelminastraat ging staan. De hele
geloofs- en buurtgemeenschap deed eraan mee.
Nog heel goed weet ik nog de eerste Heilige Communie op 7-jarige leeftijd. Als kind kreeg je dan extra veel cadeaus van familie zoals een mooie bijbel of een rozenkrans met een Christus-kruisje en vooral ook (veel) geld. Voor die gelegenheid werd je ook in een deftig kinderkostuum gehesen met zwarte glimmende lakschoenen aan je voeten, zoals ik op de toen gemaakte foto terug kan zien. Datzelfde gebeurde bij de tweede plechtige Communie zo rond het 12e jaar.
Nog heel goed weet ik nog de eerste Heilige Communie op 7-jarige leeftijd. Als kind kreeg je dan extra veel cadeaus van familie zoals een mooie bijbel of een rozenkrans met een Christus-kruisje en vooral ook (veel) geld. Voor die gelegenheid werd je ook in een deftig kinderkostuum gehesen met zwarte glimmende lakschoenen aan je voeten, zoals ik op de toen gemaakte foto terug kan zien. Datzelfde gebeurde bij de tweede plechtige Communie zo rond het 12e jaar.
‘s-Middags gingen we meestal op familiebezoek
in Brabant of Noord-Limburg. Het grote voordeel was dat we op de terugweg dan
meestal in een wegrestaurant gingen eten. Mijn ouders hadden zo hun vaste
plekjes zoals bij een Nederlandse Chinees aan de Napoleonsweg onder Roermond,
of een Van der Valk restaurant. Als kind herinner ik me nog de vele avondlijke
terugritten, gezeten in de kattenbak van de Volkswagenkever en slaapdronken van
het monotone motorgeluid en ritmische weggeluid. Op zo’n momenten weet ik nog
kon ik mijn ouders bestoken met lastige vragen als : “Hoe ver is de Maan? Wonen daar
ook mensen”?
Met mijn drie jaar oudere broer had ik gemiddeld gesproken wel een plezierige relatie. We deelden dezelfde slaapkamer en sliepen in hetzelfde tweepersoonsbed. Soms oefenden we allerlei circusacts, waarschijnlijk omdat we allebei ook een tijdje op gymnastiek zaten. Toch kon de stemming ook omslaan en dan irriteerde hij me mateloos. Zo herinner ik me nog dat ik een keer uit woede een dartpijltje in zijn richting gooide, dat pardoes in zijn voethiel bleef steken. Gelukkig zonder verdere, ernstige gevolgen. Onderling konden we ook bonje krijgen over de zenderkeuze op televisie, want we hadden ieder zo onze voorkeuren. Met mijn vijf jaar oudere zus had ik niet zo veel op, waarschijnlijk vanwege het leeftijdsverschil. Ze kon nogal kattig en geïrriteerd zijn. Op latere leeftijd is de verstandhouding juist veel beter geworden.
De lagere Katholieke jongensschool was vlakbij, onderaan de Wilhelminastraat en daar heb ik gezeten tot en met de vijfde klas. Behalve het spelen met knikkers en met een mesje gooien in de grond was het vaak ook pittig vechten met sommige jongens uit de volksbuurten de Egge en de Roozengaard. Veel leren deden we niet en zeker niet in de 4e en 5e klas lagere school. Daarna ben ik, na een mislukt Voorbereidende Klas (VK) -schooljaar op het Bernadinuscollege in Heerlen, naar internaat Rolduc gegaan. Zie ook: https://religieuze-ervaringen.blogspot.com/2017/10/abdij-en-internaat-rolduc.html
Uitzonderlijk waren ook de pakjesavonden ter gelegenheid van Sinterklaas. We werden overstelpt met cadeau's van onze ouders en oppas Miep, maar ook van Tante Marja en Ome Toon en Oma Ravenstein.
Tijdens de zomer gingen we wel eens kamperen met een kleine caravan. Zo stonden we als gezin bijna twee weken op camping Ockenburg, nabij Den Haag. Het leek wel de grootste van Europa. Mijn vader zette ons dan af en vertrok daarna weer meteen. Ma met de kinderen bleven en wij amuseerden ons wel.
Veel herinneringen bewaar ik ook aan de eerste grote buitenlandse vakantie, via Duitsland, Oostenrijk naar Italië en op de terugweg via Zwitserland. We logeerden dan in een hotel in Lido di Jesolo vlakbij Venetië aan de Adriatische kust. Altijd mooi weer, een geweldig lang zandstrand, een oneindige boulevard met kleding- en schoenwinkels maar vooral ook kraampjes met heerlijke stukken roze meloen en super Italiaanse ijs-restaurants met enorme glazen "kommen" ijskoffie. Heerlijk. Ook de Italiaanse schonen waren de moeite waard.
Nu komen we alleen nog in Brunssum voor een jaarlijkse herdenkingsmis sinds beide ouders zijn overleden en dan bezoeken we ook hun graf.
Gemiddeld genomen heb ik zeker een gelukkige jeugd gehad in Brunssum. Na drie jaar Rolduc (in Kerkrade) kwam ik weer terug naar Brunssum om op het Romboutscollege de laatste drie jaar van de Havo af te maken. Daar werd het gezellig met de meisjes en uitgaan en vooral erg genieten van de in opkomst zijnde popmuziek. Dat begon met Radio Luxemburg en later de piratenzenders totdat alle Nederlandse radiozenders ook moderne muziek gingen draaien zoals Hilversum 3 op de FM-transisterradio''s.
Uitzonderlijk waren ook de pakjesavonden ter gelegenheid van Sinterklaas. We werden overstelpt met cadeau's van onze ouders en oppas Miep, maar ook van Tante Marja en Ome Toon en Oma Ravenstein.
Tijdens de zomer gingen we wel eens kamperen met een kleine caravan. Zo stonden we als gezin bijna twee weken op camping Ockenburg, nabij Den Haag. Het leek wel de grootste van Europa. Mijn vader zette ons dan af en vertrok daarna weer meteen. Ma met de kinderen bleven en wij amuseerden ons wel.
Veel herinneringen bewaar ik ook aan de eerste grote buitenlandse vakantie, via Duitsland, Oostenrijk naar Italië en op de terugweg via Zwitserland. We logeerden dan in een hotel in Lido di Jesolo vlakbij Venetië aan de Adriatische kust. Altijd mooi weer, een geweldig lang zandstrand, een oneindige boulevard met kleding- en schoenwinkels maar vooral ook kraampjes met heerlijke stukken roze meloen en super Italiaanse ijs-restaurants met enorme glazen "kommen" ijskoffie. Heerlijk. Ook de Italiaanse schonen waren de moeite waard.
Nu komen we alleen nog in Brunssum voor een jaarlijkse herdenkingsmis sinds beide ouders zijn overleden en dan bezoeken we ook hun graf.
Gemiddeld genomen heb ik zeker een gelukkige jeugd gehad in Brunssum. Na drie jaar Rolduc (in Kerkrade) kwam ik weer terug naar Brunssum om op het Romboutscollege de laatste drie jaar van de Havo af te maken. Daar werd het gezellig met de meisjes en uitgaan en vooral erg genieten van de in opkomst zijnde popmuziek. Dat begon met Radio Luxemburg en later de piratenzenders totdat alle Nederlandse radiozenders ook moderne muziek gingen draaien zoals Hilversum 3 op de FM-transisterradio''s.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten