maandag 12 oktober 2015

Positiviteit heeft invloed op de evolutie.

De afgelopen jaren zijn er vele denkers en schrijvers geweest die positiviteit hebben aangeprezen. Zo hebben we in Nederland de Tsjakka-goeroe Emile Ratelband die vele studenten en cursisten zoveel zelfvertrouwen wist te geven dat ze over gloeiende kolen konden lopen. In de Verenigde Staten gaat men nog een stapje verder door cursussen aan te bieden waarna mensen miljonair kunnen worden. Het is een kwestie van mindset veranderen en positieve affirmaties uitspreken waarna de gewenste gelukzalige toestand vanzelf zal intreden. De vraag is echter of heel veel geld wel zo gelukkig maakt. Wetenschappelijke studies lijken juist het tegendeel te beweren. Mensen die plotseling heel rijk worden krijgen er meestal veel problemen blij: hoe ga ik mijn  geld veilig stellen, wie kan ik vertrouwen, waaraan ga ik het geld besteden?
Met deze sceptische voorkennis ben ik wat kritisch en terughoudend aan het boek Spontane Evolutie begonnen, maar ben al lezende helemaal “omgeturnd”. Daarvoor is het eerst nodig om te weten dat de hoofdauteur Bruce Lipton een celbioloog is en onderzoeker aan het meest prestigieuze onderzoeksinstituut van de VS, de Stanford University School of Medicine. Wetenschappelijk gezien sta je dan aan de top. Dat hij daarnaast in staat is geweest om een  goed leesbaar en begrijpelijk boek te schrijven voor het doorsnee publiek is een groot  geschenk.
De kernboodschap van Lipton is dat de mens, evolutionair gesproken, een groot fenomeen is, omdat 50 biljoen cellen in een ver verleden ervoor gekozen (of besloten?) hebben om te gaan samenwerken. Dat is namelijk wat het menselijk lichaam feitelijk is. Die samenwerking hield een zekere differentiatie en specialisatie van cellen in waaruit  huid-, zenuw- en ook hersencellen ontstonden. Deze cellen wisselen onderling zeer intensief informatie en energie uit en helpen elkaar. Deze wetenschappelijk waarheid beschrijft   Lipton heel uitgebreid en dat vormt de halve kern van het boek. De andere helft gaat dan verder met de goed onderbouwde stelling dat de evolutie niet ophoudt en dat we nóg een grote kwantumsprong zullen gaan maken. Alle mensen samen zullen eenzelfde soort intensieve mondiale samenwerking  laten ontstaan waarin 7 of 8 miljard cellen (mensen in dit geval) samen het organisme mensheid zullen gaan vormen, dat een duurzaam evenwicht vormt met de hele wereld, de natuur en het milieu .     
Dit is een zeer hoopgevend perspectief dat mensen optimistisch en positief zou moeten stemmen. Dat is ook nodig want, zo schrijft Lipton, negativiteit kan als diepste overtuiging ook roet in het eten gooien. Wij zijn als mensheid namelijk in staat om gezamenlijk (als er een coherent patroon ontstaat) de realiteit om ons heen te beïnvloeden in positieve dan wel negatieve zin. Bij genezingsprocessen heeft goed wetenschappelijk onderzoek aangetoond dat onze gemoedstoestand een sterke invloed heeft. Positieve gedachten en grondstemming versnellen het genezingsproces. Negatieve gedachten bewerkstelligen het omgekeerde.  Zo is ook bewezen dat bidden of positieve gedachten op afstand een patiënt daadwerkelijk helpen. We kunnen zelfs met grote groepen mediterenden de omgeving  zodanig beïnvloeden dat misdaadcijfers omlaag gaan en ziektecijfers verbeteren. De Maharishi - alias TM-beweging-  heeft dat meermaals aangetoond. Gedachtenkracht werkt en is sterker naarmate we in staat zijn met een kritische massa een zekere coherentie te scheppen. Het is vergelijkbaar met laserlicht dat een vorm van coherent (gelijkgericht) licht is en die over een grote afstand zichtbaar blijft.
Lipton is geen wereldvreemde fantast die ook zo nuchter is om te constateren dat wij als moderne mensen juist in deze tijd overladen worden met crises.  Op heel veel verschillende manieren spreken de media van financiële, economische, milieu- en politieke crises. Dat is extra verwarrend en verontrustend, maar Lipton wijt het aan ingebakken, verouderde mythen die bijna in ieders onderbewustzijn zijn vastgelegd. 
Wij denken of zijn ervan overtuigd dat het leven een strijd om het bestaan is, dat niet alle mensen vredelievend zijn en dat we nooit eerlijk kunnen delen. Dat oorlogen en wapens ons moeten beschermen etc. etc.   Deze on- of onderbewuste overtuigingen hebben in het algemeen een grote invloed op ons gedrag en zijn veel belangrijker dan losse net opkomende gedachten. Voor ons uiteindelijke gedrag zijn onderbewuste motieven en overtuigingen veel bepalender, zo blijkt ook uit wetenschappelijk onderzoek. Lipton illustreert dat ook met voorbeelden van hypnose, waarbij je mensen op het diepste niveau de vreemdste inzichten en feiten kunt influisteren waar zij zich vervolgens ook naar gaan gedragen. “Dit is een sinaasappel”, wordt iemand ingeprent en je ziet daarna een gehypnotiseerde proefpersoon smaakvol aan een citroen slurpen. “Jij bent nu een hond”, waarna de proefpersoon op vier “poten” gaat lopen, kwijlen en blaffen. Er zijn psychiatrische patiënten die lijden aan een meervoudig persoonlijkheidssyndroom. Ieder van die verschillende “persoonlijkheden” heeft een geheel eigen voorkomen, taalgebruik , gebarentaal  en vooral  ik-uitstraling. Bij een bepaalde vorm van hersenstimulatie verdwijnen deze persoonlijkheden ook weer even plotseling.   
De wetenschapper Lipton heeft geen God of geestelijk wezen nodig om de evolutie verder te laten gaan. Wel verwijst hij naar het geestelijke  (lees onzichtbare) energieveld dat grote invloed heeft op de materie en het menselijk lichaam.
Het boek blijft ruim vierhonderd bladzijden lang verbazen en inspireren.