zondag 21 augustus 2011

Het belang van Geesteswetenschap

Licht en Schaduw op de weg van de mensheid door R.Steiner.
Een boekbespreking.

Dit in de zomer van 2011, bij uitgeverij Nearchus, verschenen boekje met vertalingen van twee voordrachten door R. Steiner, gehouden op 6 en 13 november 1917 te Zürich, is bepaald geen eenvoudige kost. Redacteur John Hogervorst waarschuwt in de inleiding dat sommige delen van de tekst zelfs als schokkend kunnen worden ervaren. Dergelijke waarschuwingen kennen we alleen van nieuwsbeelden!
Zo beschrijft Steiner dat er in de geestelijke wereld een strijd is geweest van 1841 tot 1879 (dus 38 jaar lang!) tussen verschillende engelenhiërarchieën. De Arhimanische engelenwezens hebben uiteindelijk verloren van de Michaëlische engelenwezens. Het gevolg daarvan was dat zij uit de geestelijke wereld zijn gestoten en in de fysieke wereld (dus onder ons) terecht zijn gekomen. Het doet denken aan het Bijbelse verhaal van Adam en Eva die door Aartsengel Michaël uit het paradijs werden verdreven, nadat zij de verboden vrucht van goed en kwaad hadden geproefd.
Daarnaast zijn er parallellen met het toneelstuk Lucifer van Joost van den Vondel (1654). In dit verhaal komt de opstandige Lucifer uit jaloezie in opstand tegen God, omdat God de mens boven de engelen heeft geplaatst. Een strijd begint, met als inzet de troon van God. Lucifer en zijn medestanders verliezen deze strijd, waarna zij uit de hemel worden neergeworpen en tot “gevallen” engelen werden.
De geestelijke strijd waar R.Steiner over vertelde ging over het voornemen (vanuit de geestelijke wereld) om met de mensheid op aarde bepaalde geestelijke kennis te delen. Het gaat dan om geestelijke of spirituele kennis over samenhangen tussen ziekten en natuurprocessen.
Ahriman door R.Steiner

Nu de Arhimanische geesteswezens onder ons zijn zullen ze op allerlei manieren proberen de mensheid zo te beïnvloeden dat zij steeds materialistischer worden. Zij proberen de mensheid te verleiden door het geloof te verspreiden dat de mens alleen een lichaam heeft en geen onsterfelijke geest en dat, als hij dood is, zijn lichaam tot stof wordt en er verder niets is.
Het Darwinisme is daar een goed voorbeeld van. De mens stamt af van de apen en wij zijn niets meer dan “geëvolueerde” dieren. Daarnaast zijn er andere opvattingen over de evolutie zoals die van Lamarck en Kropotkin en recent antroposofisch huisarts Arie Bos met zijn boek “Hoe de stof de geest kreeg”. Hieruit spreekt een creationistische visie.
Zo beschrijft Steiner dat er in de toekomst inentingen ontwikkeld zullen worden die het menselijk lichaam zo beïnvloeden dat de ziel van de mensen geen drang of behoefte aan het spirituele of geestelijke meer heeft. Een drang naar geestelijk leven of een aanleg voor geestelijke ideeën zal dan verdwijnen.

Rudolf Steiner waarschuwt ons daarvoor met de mededeling dat, als wij écht zo materialistisch gaan denken en in de 21e eeuw is dat misschien wel de meerderheid van de mensen, dit ook grote gevolgen zal hebben op het moment dat de mens de drempel van de dood overgaat.
De geestelijke realiteit van een dergelijke opvatting is dat de mens, die deze overgang naar het dodenrijk maakt, zichzelf ook alleen maar beleeft en ervaart áls een dier (en dus niet als een geestelijk wezen)! Gedachten zijn in onze tijd meer dan abstracties en zijn feitelijk geestelijke realiteiten! De vrije keuze die zo belangrijk is ligt bij ons, maar heeft ook grote gevolgen! Het is daarom zeer bedenkelijk dat bijvoorbeeld professor Swaab ons tegenwoordig op basis van wetenschappelijk onderzoek wil doen geloven dat de mens geen vrije wil heeft en dat “alles in het brein genetisch gedetermineerd en dus feitelijk bepaald is”!

Steiner wil daarmee aangeven hoe belangrijk “ons“ denken in geestelijke of spirituele zin is.
Scholing van het denken en een “open mind” voor de geestelijke, spirituele werkelijkheid is een levensbelangrijk thema geworden in het huidige tijdperk van de bewustzijnsziel.
Een heel opmerkelijke beschrijving vinden we aan het einde van zijn twee lezingen die in Zürich gehouden zijn in een tijd waarin ook Freud en Jung hun psychoanalytische inzichten de wereld in stuurden. Steiner reageert daarop en geeft aan dat deze opvattingen slechts ten dele waar zijn vanuit een geesteswetenschappelijk perspectief.
De psychoanalyse zoekt verklaringen voor psychische ziekten in de onderbewuste gebieden van de menselijke ziel. Het zou dan gaan om onbewuste of verdrongen ervaringen opgedaan door jeugdige trauma’s, die in de volwassenheid leiden tot psychische problemen.
Het bewust worden van deze traumatische gebeurtenissen zou dan tot genezing leiden. Volgens R.Steiner zal het succes van de genezing op deze manier zeer twijfelachtig zijn.
Steiner stelt daartegenover dat het niet zozeer persoonlijke gebeurtenissen uit het eigen leven zijn die psychische ziekten veroorzaken
Psychische problemen ontstaan veel vaker uit het feit dat nabestaanden van overledenen “op een materialistische manier denken over overleden vrienden en familieleden”. De overleden zielen worden niet “als geestelijk gezien of erkend” en gaan daarom een negatieve rol spelen in het leven van nabestaanden! Daaruit ontstaan de psychische ziekteverschijnselen.
“De mensheid zal op het fysieke niveau steeds meer door zielsziekten getroffen worden omdat zij niet gelooft in het leven van de doden”.
Steiner geeft dan ook als aanbeveling om geen individuele psychoanalytische therapie te volgen maar de algemene verspreiding van kennis van de geestelijke wereld.
R.Steiner beschikte over helderziende vermogens die hij gedurende zijn leven verder heeft ontwikkeld zodat hij in staat was om in de geestelijke wereld bewuste waarnemingen te doen.
In verschillende voordrachten en geschriften geeft hij aanwijzingen hoe mensen dezelfde ontwikkeling kunnen doormaken door scholing van hogere geestelijke vermogens.
Aan het einde van het boek roept hij een ieder op om vanuit geesteswetenschappelijke impulsen door te gaan met de verdere spirituele ontwikkeling in het leven en de samenleving, hoe moeilijk de omstandigheden ook zijn. De luciferische en ahrimanische wezens kunnen ons op allerlei manieren proberen te verleiden maar ook ten opzichte van hen zijn wij in principe vrij. Deze strijd zien we ook terug in het beeld hieronder van de mensheidsrepresentant door R.Steiner.

maandag 30 mei 2011

Burgers steeds religieuzer !


Spiritualiteit nu Mainstream !!??

Uit allerlei onderzoeken, de afgelopen decennia, waarin ontwikkelingen als individualisering, rationalisme, ontzuiling en toenemend materialisme uitgebreid geanalyseerd werden lijkt er steeds één onafwendbare conclusie: dat de religiositeit van de doorsnee Nederlandse burger steeds verder afneemt.

Nieuw onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau (CPB) dat verwerkt is in het boek van godsdienst- en cultuursocioloog Joep de Hart, met de titel: ”Zwevende gelovigen. Oude religie en nieuwe spiritualiteit” laat echter een totaal ander beeld zien.

Volgens klassieke maatstaven neemt inderdaad het kerkbezoek af (15% gaat nog maar wekelijks naar de kerk) en ook het aantal mensen dat lid is van een geloofsgemeenschap (minder dan 40%).

Als je echter moderne criteria neemt dan zijn de resultaten verbluffend:
- Zestig procent van de mensen gelooft in God of een hogere macht!.
- Tachtig procent van de bevolking is wel eens diep geraakt door de schoonheid van de natuur.
- Bijna dertig procent heeft weleens het gevoel gehad “één te zijn met alle dingen”
- Tweederde van alle Nederlanders zegt dat je “waarheid innerlijk moet ervaren”.
- Minder dan 20% gelooft nog in een hel of de duivel.
- Tweederde van de mensen gelooft wel in een leven na de dood !

Het onderwerp geloof of spiritualiteit is meestal geen geschikt onderwerp voor aan de borreltafel of op verjaardagsfeestjes. Men is voorzichtig om deze diepere roerselen prijs te geven aan kennissen of collega’s . Wil je dus wat te weten komen over de diepere overtuigingen of ervaringen van mensen dan zul je hier heel gericht naar moeten vragen of onderzoek verrichten.

Dat overkwam ook een, in eerste instantie sceptische, huisarts H.C. Moolenburgh die een tijdlang al zijn patiënten ging bevragen naar hun ervaringen met engelen. Tot zijn grote verbazing bleek dat veel voor te komen en leverde veel voorbeelden op die uiteindelijk beschreven zijn in het boek “Engelen” .

Iets dergelijks heeft ook de medisch specialist en cardioloog Pim van Lommel gedaan die merkte dat mensen na een hartstilstand of een korte periode van klinisch dood na afloop vertelden over hun bijzondere (bijna dood) ervaringen (BDE). Dat onderzoek leidde uiteindelijk tot het boek “Eindeloos bewustzijn”.

De Duitse Filosoof Nietzsche deed ooit de beroemde uitspraak : “God is Dood” .
Nu zouden we de filosoof moeten tegenspreken, want “God is springlevend”!.

Spiritualiteit of religiositeit is eigenlijk dus veel meer voorkomend dan we meestal geneigd zijn te denken. Dat beeld moet dus gaan veranderen, want spiritualiteit is mainstream geworden !.

dinsdag 10 mei 2011

Evolutie en Spiritualiteit

Kosmopolis, de denkende planeet van Harry Ansems.
- een boekbespreking-

Het was een verrassing toen ik van een oud-collega die inmiddels al enige jaren met prepensioen was, opeens een bericht kreeg dat hij een boek had uitgegeven.
Nog groter was mijn verwondering toen bleek dat deze collega en hogeschooldocent Rechten een boek had geschreven dat ging over vele wetenschapsgebieden uitmondend in een spirituele evolutievisie. Hij heeft zijn vrije tijd kennelijk goed besteedt en laat ons nu delen in zijn wijsheid.
Het boek is een aanrader en past naar mijn gevoel in het rijtje boeken als Gaia van James Lovelock uit 1979 en Gaiasofie van Kees Zoeteman uit 1989.

In het boek worden recente wetenschappelijke inzichten gekoppeld aan de meer klassieke evolutietheorie van Darwin en vooral ook Teilhard de Chardin.

Teilhard de Chardin, de van oorsprong Franse jezuïet en wetenschapper die leefde van 1881 tot 1955, blijkt de belangrijkste inspiratiebron voor Ansems te zijn. In zijn boeken “Het verschijnsel mens” en “van Alfa tot Omega” ontvouwt hij een visie waarin de evolutietheorie van Darwin aangevuld wordt tot een spirituele kosmogenese waarin de mens en de wereld zich ontwikkelen naar een alomvattend en integraal hoger bewustzijn.

Ansems, noemt zichzelf een overtuigd evolutionist, ziet in de huidige technologische ontwikkelingen en met name het internet een bevestiging van deze theorie waarbij het web niet alleen een communicatieplatform is maar een allesdoordringende vorm van collectief bewustzijn.
Het boek omvat 230 bladzijden en bestaat uit 12 hoofdstukken (als je de slotbeschouwing meetelt) en bespreekt boeiende thema’s als de moralisering van de samenleving, het evolutionaire bewustzijn, het intelligente wereldbrein en de bovenbewuste mens.
Ethische vraagstukken als de vrije wil, goed en kwaad, leven na de dood, individu en gemeenschap en vooral ook geloof versus wetenschap worden diepgaand beschreven en leveren vele verrassende conclusies op.
Mijn inspiratiebron is vooral de geesteswetenschap van Rudolf Steiner (1861-1925), maar die sluit op vele gebieden goed aan op de geesteswetenschap van Teilhard de Chardin al is het jammer dat zij in hun leven geen rechtstreeks contact hebben gehad. De Akashakronieken zoals door R.Steiner beschreven sluit aan bij het de hele planeet omvattende intermenselijk bewustzijn (de noössfeer) van Teilhard de Chardin. Een nog belangrijkere overeenkomst tussen Steiner en Teilhard de Chardin is het geestelijke, spirituele aspect van de mens en de doelgerichte evolutie naar steeds hogere vormen van bewustzijn.

Ansems is een autodidact die zichzelf ontwikkeld heeft tot een ware homo universalis! Een inspirerend boek voor de breed geïnteresseerde mens en wetenschapper met een open mind.