maandag 26 januari 2009

Religieuze belevenissen


Religieuze belevenissen. Gesprekken over het ervaren van God.

Uitgeverij Van Gennep, Amsterdam 2007, 336 blz, prijs 14,95 euro.
Redacteur Koert van der Velde heeft de afgelopen twee jaar in de rubriek "De verdieping" in dagblad Trouw vele verhalen en interviews gepubliceerd van lezers die hun wonderlijke of religieuze ervaringen op papier gezet hebben.
Deze artikelen zijn nu gebundeld in een zeer lezenswaardig boek met een grote en interessante diversiteit aan ervaringen.
Vergelijkbaar met het boek "Engelen"van H.Moolenburgh, de huisarts die zijn patiënten vroeg naar ervaringen met Engelen en daarover een heel boek heeft geschreven.
Ook in lijn daarmee het boek van professor Pim van Lommel "Eindeloos Bewustzijn" over de bijna dood ervaringen van patiënten die kortstondig klinisch dood verklaard waren.

ISBN 9789 055 158812

Het hele boek is digitaal verschenen:
https://koertvandervelde.nl/inhoud/Religieuze%20belevenissen%20boek.pdf


Persoonlijke Beleving


Onderstaand artikel staat in het boek Religieuze Belevenissen

Mijn religieuze ervaring

Als kind ben ik rooms-katholiek opgevoed. Dat betekende concreet bijna alle zondagen naar de kerk voor de H. Mis. Door de jaren heen heb ik als kind alle evangeliën en lezingen daarover uit de bijbel vele malen voorbij horen komen en met name de steeds terugkomende verhalen rondom de Kerstmis, Pasen, Pinksteren en Hemelvaart.
Maar zoals een kind in zijn ontwikkeling ook op een zeker moment te horen krijgt dat de paashaas niet bestaat en er ook geen Sinterklaas is, zo neemt een puber op een bepaalde leeftijd ook afstand van deze bijbelverhalen en het blinde geloof daarin.
De op de middelbare school gestimuleerde rationele en intellectuele ontwikkeling heeft bij mij voortgeduurd tot het eind van een universitaire studie. Toch bleef een deel van mijn wezen nieuwsgierig, naar andere meer fundamentele zaken van geest en ziel.

Daarom koos ik in de jaren tachtig, tijdens de hausse aan sensitivity-trainingen, voor een “48- uurs intensive-training” in een vormingscentrum in Drenthe met circa twintig deelnemers.
Dit was helemaal geen praatweekend, maar volledig ervaringsgericht. In dat weekend werd er niet gegeten, maar slechts gedronken en stonden er zware lichamelijke oefeningen op het programma. Soms urenlang intensieve dansen afgewisseld met meer meditatieve, naar binnen gerichte oefeningen, geblinddoekte wandelingen in de bossen onder begeleiding, dan weer een marathon met rennen in een zaal. Allerlei ademhalingsoefeningen, maar ook tai chi-oefeningen.
Daar waar je verstand verwachtte dat de uitputting en instorting nabij was, bleek het omgekeerde. Je werd helderder, energieker en fysieke grenzen verdwenen.

Op een gegeven moment gebeurde er iets heel bijzonders. Daar waar ik me eerder stoorde of lichtelijk ergerde aan irritante eigenschappen of voorvallen van mijn medecursisten, kwam ik in een sfeer van volledige en onvoorwaardelijke liefde waarbij alle verschillen tussen mensen verdwenen en ik letterlijk één was met hen.
Als ik mensen in de ogen keek leek het alsof ik in mijn eigen hart keek. De menselijke liefde is altijd voorwaardelijk en ook deels egoïstisch. Hier gebeurde iets dat onvoorwaardelijk en volledig was en dat ik alleen als goddelijke liefde kan aanduiden.
Het hing in de ruimte en verbond alle mensen met elkaar en het straalde uit ieders ogen.
Het gaf een gevoel van gelukzaligheid die ongekend was. Een volledige acceptatie van de ander zonder enige terughouding; oud of jong, dik of dun, donker of licht, man of vrouw.
De ervaring dat we allemaal goddelijke wezens zijn, gelijk zijn en een geheel vormen, namelijk het rijk Gods.
Deze belevenis heeft uren geduurd en als ik daarna muziek hoorde, leek het alsof ik in de muziek zat en ieder klank en woord volledig in me opnam en begreep. Later werd er een tekstbandje gedraaid van een lezing. Nog nooit heb ik zo helder en volledig ieder woord en iedere betekenis begrepen. Het leek alsof dit lied en deze tekst speciaal voor mij persoonlijk bedoeld waren. Achteraf pratend met medecursisten gaven zij dezelfde ervaring weer. Het is nu circa 25 jaar geleden en ik herinner het me nog als de dag van gisteren .

Later heb ik gelezen dat sommigen dit hebben beschreven in termen van Verlichting, zoals Boeddha en andere spirituele leiders.
Vanuit mijn rooms katholieke achtergrond heb ik veel later mijn ervaring aangeduid als een Pinksterervaring, zoals in het nieuwe testament staat beschreven.
De apostelen die na de dood van Jezus Christus en diens Verrijzenis radeloos en ontmoedigd achterbleven en zich in een huis opsloten, teruggetrokken van de wereld.
Daarna volgde het nederdalen van de Heilige Geest in de vorm van vurige vlammen die op de hoofden van de apostelen neerdaalden en hen inspireerde en verlichtte. Vervolgens waren zij in staat in alle talen hun geloofsovertuiging en ervaringen uit te dragen naar alle volken en ieder in verschillende windrichtingen.
In dit beeld herken ik in mijn ervaring en weet met zekerheid dat deze religieuze ervaring authentiek en heel betekenisvol is.

Voor het digitale boek zie:
https://koertvandervelde.nl/inhoud/Religieuze%20belevenissen%20boek.pdf

Een andere visie op Genetische Manipulatie

Gepubliceerd in Sfinx Jaargang 1994 nummer 5

Genetische manipulatie:
een perspectief vanuit de geest

Het in kaart brengen van het menselijke erfelijkheidsmateriaal (DNA) vordert met rasse schreden en de tijd nadert, dat wetenschappers er daadwerkelijk aan kunnen gaan sleutelen. Deze 'genetische manipulatie' lijkt heel wat te beloven: niets minder dan een mensheid die in de toekomst niet meer hoeft te lijden onder erfelijke afwijkingen en de daaruit voortvloeiende ziekten. En zelfs niet onder ziekten die we momenteel nog beschouwen als verschijnselen die 'er nu eenmaal bijhoren', zoals mazelen of de bof. Maar zijn deze plannen om het leven naar onze hand te zetten inderdaad alleen maar heilzaam? Of manipuleren we meer dan goed voor ons is? Een verkenning, mede aan de hand van persoonlijke belevenissen.

De manier waarop wetenschappers en media het onderwerp 'genetische manipulatie' belichten, heeft vaak iets van hoogmoed en zelfgenoegzaamheid. Niet voor niets gaf de VPRO - toch allang geen confessionele omroep meer - een serie programma's hierover de titel Beter dan God. Wie gelooft in toeval en in de stelling dat al onze» eigenschappen verankerd liggen in het erfelijkheidsmateriaal, kan niet anders dan concluderen dat God inderdaad iets te verbeteren heeft overgelaten. Vanuit zo'n perspectief lijken de beloften van de wetenschap terecht en mooi: geen erfelijke ziekten meer, geen ongewenste eigenschappen als aanleg voor alcoholisme of gewelddadigheid, de uitbanning van 'het kankergen' en wat dies meer zij. Alle historische verschillen tussen rassen, soorten, dieren- en mensenrijk zouden zijn op te heffen - alle eigenschappen van bijna alle levende wezens worden onderling uitwisselbaar. Het lijkt wel een soort materialistische weg om tot kosmische eenheid te komen. En als we dat niet willen? Geen probleem -we kunnen ook het tegenovergestelde doen: het aantal variaties tussen en binnen soorten juist nog veel groter maken. Er is al een 'scheit' gecreëerd, evenals een kruising tussen tomaat en appel. Nu nog een 'aardigheidje' dat doet dromen over meer... maar wordt het dan niet een nachtmerrie?

De overheid ziet de bui eigenlijk al wel hangen en heeft ethische commissies in het leven geroepen om wildgroei te voorkomen. Maar het is de vraag of ethici wel een dam kunnen opwerpen tegen de ongekende zegeningen van de wetenschap. De beloften zijn zo groots dat je van goeden huize moet komen om je niet te laten vastpraten door het verwijt dat je iemand onnodig met een ziekte opscheept. En in dit wetenschappelijk-rationalistische tijdperk kun je niet meer aankomen met het idee dat God het zus of zo heeft gewild. In feite gaan theologen steeds verder in dit materialistische wereldbeeld mee. Het lijkt wel alsof de oude denkkaders voor ethiek steeds meer wegvallen. Ethiek is teruggebracht tot een eigenaardig specialisme van al even eigenaardige lieden. In plaats van zelf na te denken over waar je in 's hemelsnaam mee bezig bent, wordt soms simpelweg de vraag gesteld of Kuitert het toelaatbaar vindt. Maar er is nog wel meer dan het klassieke christelijke of kerkelijke gedachtegoed, als we ons willen bezinnen op de ethiek rond genetische manipulatie. Zoals bijvoorbeeld Oosterse en Westerse inzichten inzake reïncarnatie en karma. Je kunt er van mening over verschillen - maar kunnen we zulke inzichten terecht negeren?


De invloed van het geestwezen.

Wat als het Christendom altijd al gelijk had met de stelling dat de mens niet zomaar een lichaam is waarvan de hersenen als een soort bijproduct bewustzijn voortbrengen? Wat als we werkelijk een geïncarneerde ziel zijn die op aarde komt om zich te ontwikkelen, om door ervaringen heen te gaan en zich zo te zuiveren en zich voor te bereiden op een volgend leven - of dat nu weer op aarde is, dan wel in een 'hiernamaals' ? Dat zulke vragen een heel ander licht werpen op genetische manipulatie, wordt mij vooral duidelijk uit de antroposofie, de geesteswetenschappelijke benadering van Rudolf Steiner.
Daarin komen elementen uit het joods-christelijke en Oosterse gedachtegoed samen, met het accent op een Westerse visie op reïncarnatie en karma.
De mens is in deze visie een geestwezen met individuele eigenschappen en intenties, een wezen dat zich in opeenvolgende incarnaties in een fysiek lichaam (als tijdelijk voertuig) hult. In wat voor lichaam dit geestwezen terecht komt, is alles behalve toevallig. Volgens Steiner zoekt het geestelijke menswezen zijn toekomstige ouders zelf uit. Die keuze hangt van verschillende factoren af. Wat bijvoorbeeld voorop kan staan, is dat er nog oude onderlinge verwikkelingen uit vorige levens met een bepaald ouderpaar zijn uit te werken. Of dat een geboorte en het opgroeien bij deze mensen om andere redenen het beste aansluit bij de iemands ontwikkeling tot nu toe. Ontwikkelingskansen hangen immers mede af van het gezin, de wijdere familie en ook de samenleving waarin men opgroeit. En ook van het erfelijkheidsmateriaal van de ouders, dat bijvoorbeeld heel bepalend kan zijn voor de gevoeligheid van het nieuwe lichaam, het waarnemingsvermogen enzovoort.
Je wezen is er dus wel degelijk bij als er een aardse belichaming wordt voorbereid. Volgens Steiner grijpt het geestwezen zelfs in de embryonale ontwikkeling in. Anders gezegd: naast de ontwikkeling puur op basis van het erfelijkheidsmateriaal is er al voor de geboorte een invloed vanuit de geestelijke wereld waarin het wezen voordien vertoeft. Het erfelijkheidsmateriaal is de basis, het grondpatroon voor de lichamelijke ontwikkeling, en het wezen drukt daar zijn eigen stempel op. Maar dat laatste kan niet evengoed bij onverschillig welk basismateriaal. Beide invloeden moeten op elkaar kunnen aansluiten.
De invloed van het wezen vindt aanvankelijk plaats 'van buitenaf, en als het wezen eenmaal in het embryo is ingedaald (vanaf ongeveer de derde week) direct en van binnenuit. Het is misschien moeilijk voorstelbaar en even wennen.
De aanwezigheid van dit geestwezen is soms voor of bij de conceptie ervaarbaar. Mijn vrouw en ik beleefden dat bijvoorbeeld heel duidelijk bij de conceptie van ons oudste kind. In de eerste plaats was onze seksuele samensmelting veel intenser dan anders, maar we ervoeren bovendien een sterke 'aanwezigheid' die gelukzalige golven uitstraalde. Een aanwezigheid die de versmelting als het ware vleugels gaf en ons in een vredige gelukzaligheid verbond. Ook al enige tijd daarvoor bespeurde mijn vrouw iets: een lichtje in haar voorhoofd, merkbaar als ze haar ogen sloot, en toenemend in intensiteit. En nog lange tijd na de conceptie voelde ze een warme gloed in haar onderbuik terwijl de Intensiteit van het innerlijke licht verder groeide. Ze vertelde dat de eerste weken van de zwangerschap de gelukkigste in haar leven waren, vervuld van het gevoel dat haar alle kracht en energie geschonken werd. Voor mij leek het wel alsof ze iemand anders was geworden. De verandering in haar manier van doen, haar manier van er zijn, leek niet alleen maar het gevolg te zijn van wijzigingen in haar hormoonhuishouding.
Eerder was het alsof een ander wezen mede bezit van haar lichaam had genomen. Het typische is ook dat er bij haar andere zwangerschappen - we kregen nog twee kinderen – steeds totaal andere wezenstrekken naar voren kwamen; inderdaad alsof de aanwezigheid van weer heel andere individuen door haar heen scheen.










De conceptieshock.

Het bovenstaande staat in een nogal schril contrast met de gang van zaken bij reageerbuisbevruchting. Het hele gebeuren wordt dan gereduceerd tot een kille, mechanische aangelegenheid. Vanuit het in onze cultuur overheersende mens- en wereldbeeld kan men denken dat het incarnerende wezen daar geen last van heeft; sterker nog, in dat wereldbeeld is er geen sprake van een incarnerend wezen. Maar ook in spiritueel geïnteresseerde kringen wordt er nogal eens vanuit gegaan dat het wezen of de ziel zich rond de conceptie van niets bewust is. Er is echter naast het bovenstaande nog iets om ter harte te nemen: de visie van de Nederlandse psychiater M. Lietaert Peerbolte. 
Hij stelde in de zestiger jaren dat we niet alleen een geboorteshock maar ook een conceptieshock doormaken. Hij beschreef de conceptie als een heel krachtige energetische gebeurtenis. De schok wordt voor de incarnerende ziel verzacht wanneer het aanstaande ouderpaar in diepe harmonie samen is. Lietaert Peerbolte meende zelfs dat als er tijdens de conceptie sprake is van een volmaakte liefde tussen man en vrouw, de nieuwe vrucht kan opgroeien tot een kind dat vrij is van agressie. Als dat waar is, wordt het contrast tussen een natuurlijke verwekking en de moderne technologie nog scherper. Het gesleutel rond de conceptie introduceert dan de reageerbuisshock en de shock van ingevroren worden, om nog maar niet te spreken van allerlei geëxperimenteer met embryo's.
We stuiten hier op een gruwelijke paradox: kennelijk hebben we voor onze gezondheid ingrepen over, die heel ziek en ziekmakend zijn. En dat omdat we ziekte als aartsvijand beschouwen. Het motto lijkt wel 'Gezondheid tegen elke prijs!' terwijl we daar uiteindelijk een averechts effect mee dreigen te bereiken. Intussen kunnen we, naar mijn mening, beter weten. Wanneer we 'gezondheid' ruimer opvatten - als heelheid en welzijn in de breedste zin van het woord -dan krijgt ziekte een andere betekenis, namelijk als een soms noodzakelijk onderdeel van het proces van groeien naar heelheid. Het is vaak heel bewonderenswaardig en zelfs prachtig om te zien hoe mensen door ziekte kunnen groeien, wat ze soms aan bijzondere gaven en geestkracht kunnen ontwikkelen door een ziekte te overwinnen. Een te ver doorgevoerde uitbanning van ziekten zou betekenen dat we onszelf (met name toekomstige generaties) zulke groeikansen onthouden. 
Rudolf Steiner stelde zelfs eens dat 'de zielen meer lijden naarmate de lichamen gezonder zijn.' Het ziele- of geesteswezen zou volgens hem 'verdorren' als er in het lichaam te weinig gebeurt om zich aan te schaven. Met andere woorden: ziekte en lijden kunnen van grote betekenis zijn op onze weg van bewustwording en geestelijke ontwikkeling. Kan genetische manipulatie die groei ooit overbodig maken? Ja, als het onze bestemming zou zijn om zielloze robots te worden!













De evolutie van het menselijk lichaam

In de pogingen om het beter te doen dan God gaat de wetenschap nog aan iets anders voorbij, als we mogen aannemen wat Steiner daar in 1923 al over zei (het is na te lezen in zijn boek 'Mens, lot en wereldontwikkeling'). De periode tussen levens op aarde in zou het geestelijke wezen van ieder mens doorbrengen met werkzaamheden, gericht op het ontwerpen en bouwen van de geestelijke vorm van het toekomstig menselijk lichaam. Dat gebeurt dan in samenwerking met an­dere, ook hogere geestelijke wezens. Deze geestelijke arbeid is volgens Steiner het meest verhevene en creatieve waartoe een mens in staat is - de participatie in het scheppen vanuit de geestelijke wereld. Met andere woorden: ook vanuit die dimensie wordt aan onze evolutie gewerkt. We zouden kunnen zeggen dat ook van daaruit aan een soort genetische manipulatie wordt gedaan, maar dan vanuit een veel meer omvattende kennis van- en een veel hoger inzicht in de schepping en onze bestemming.
Steiners visie is misschien moeilijk aan te nemen, net zoals de hierboven gesignaleerde inzichten van Lietaert Peerbolte. Of zij gelijk hebben, valt niet wetenschappelijk aan te tonen - althans niet naar de normen van de westerse we­tenschap. Misschien zal toekomstig onderzoek naar de levensloop van reageerbuisbabies verschillen tussen hen en natuurlijk verwekte kinderen aan het licht brengen.       De invloed vanuit de geestelijke wereld lijkt zich echter geheel aan uiterlijk gerichte onderzoeksmethoden te onttrekken.

Recent hypnotherapie onderzoek lijkt de visie op de geestelijke wereld van Steiner te bevestigen. 

Een voor mij uitgesproken onderzoek is dat van dr. Michaël Newton die vanaf 1947 als hypnotherapeut werkzaam is geweest en honderden mensen in een lichte vorm van hypnose of hypnotherapie heeft teruggebracht naar hun eigen jeugd, vorige levens maar ook naar ervaringen tussen twee aardse levens (“the afterlife” or “In between lives”) . Newton’s  eerste boek waarin hij dat beschrijft heet:  “Journey of Souls” (reis van de zielen). Later kwam ook zijn tweede boek uit “Destiny of Souls

Dat is zo uitgebreid door deze Newton verzameld en door vele verschillende personen beschreven, dat ook hier op een  wetenschappelijke manier het algemene verloop is vastgelegd . De reis van iedere menselijke ziel na het overlijden of sterven van het aardse lichaam is onder te verdelen in tien fasen:

    1.  Dood en vertrek

 Na het overlijden blijf je nog enige tijd in de buurt van je fysieke lichaam, maar dan in een astrale of geestelijke vorm zodat anderen jou niet kunnen zien. Daar neem je waar wat er gebeurt en hoe je omgeving reageert op het heengaan zonder zelf echte emoties te hebben. Er is wel een gevoel van waardering als vrienden en familie met respect over de overledene spreken. Na enige tijd realiseer je je dat je moet vertrekken en wordt je naar iets anders getrokken door een extatisch gevoel van vrijheid en briljant licht.  

 2. Poort naar geestelijke wereld

Zoals bij bijna dood ervaringen gaan zielen door een donkere tunnel met aan het eind licht. Het lijkt ook alsof het voorafgaande leven in vogelvlucht en tot in grote details herbeleefd wordt. Eenmaal aangekomen bij het licht ervaren zielen prachtige kleuren, vormen en geluiden in een sprookjesachtig natuurlijk landschap  Soms lijken deze plaatsen enigszins bekend als een vergezicht of uitzicht vanaf een berg en zijn daarmee dan ook zeer vertrouwd. Meestal ontmoet je er bekenden of een wijze gids die je verwelkomt, gerust stelt en opmontert. 

 3.“Thuiskomen”.

Hiermee kom je terecht bij je geestelijke “peer-group”, je zielsverwanten,  de groep waar je gezien je ontwikkelingsgraad “bij hoort” en met wie je eerder ook meerdere levens hebt doorgebracht en nog zult gaan doorbrengen. Daar zijn zielen bij die ook nog op aarde kunnen leven, maar dus in het hiernamaals zijn in hun energetische lichaamsvorm . Dat is een hartverwarmende ervaring om deze oude, vertrouwde mensen/zielen weer te ontmoeten na zo’n lange periode. Je wordt overstelpt met een gevoel van liefde, acceptatie en verlangen om hier te zijn en te blijven . Tegelijkertijd krijgt je steeds meer herinneringen van vorige levens en eerdere ervaringen.  

 4. Oriëntatie.

Allereerst is er een fase van  energetische gezondmaking.  Oud zeer, trauma’s , verdriet en heftige gevoelens worden gereinigd, behandeld of schoongemaakt  in een soort lichtbad/ douche waar je doorheen gaat. In een ziekenhuisachtige omgeving wordt je weer in balans gebracht. Daarna volgt een coaching of counseling periode met je liefdevolle gids, die je helpt terug te kijken op je vorige leven en na te gaan of je verwachtingen zijn uitgekomen en voornemens  zijn gerealiseerd. Rudolf Steiner heeft deze gids ook wel de “kleine Wachter” genoemd. In een later stadium ontmoet de ziel ook een zeer hoog ontwikkelde groep,  de raad van Meesters of Raad van Ouderen, die Rudolf Steiner "de Grote Wachter" heeft genoemd, die je ook helpen de goede keuze te maken voor een volgend leven. 
   

  5. Transitie.

Deze fase is misschien wel de meest hartbrekende of enerverende periode in het hiernamaals. We gaan naar een soort open gebied, waar we zielen zien komen en gaan zoals op een trein- of metrostation, maar dan op een enorme schaal. Er is geen zwaartekracht dus het lijkt meer op een web van interacterende energetische tunnels, die zielen naar hun mogelijke toekomstige bestemming brengen. Ze reizen langs lijnen van licht en staan telepathisch in contact met dierbaren.
  

  6. Positionering.

Hierbij komen we in een schoolachtige omgeving, waar we ook veel bekenden ontmoeten in groepen van zo’n vijftien personen, een soort “Inner Circle”. In deze setting houden we ons bezig met ons levensboek dat er enerzijds uitziet als een dik in leer ingebonden boek, maar anderzijds ook een holografische projectietechnologie in zich heeft. Iedere bladzijde komt overeen met een periode uit onze levens , levendig verbeeldt tot in ieder detail. De nadruk ligt er ook op dat we ons nu  verplaatsen en kunnen invoelen wat we bij andere mensen hebben teweeggebracht. Ook de slechte gebeurtenissen worden herbeleefd.  Voor de al verder gevorderde zielen is er ook gelegenheid om hele andere taken of bezigheden te verrichten, zoals meehelpen aan het scheppen van levensvormen op aarde-achtige planeten die nog achter lopen in hun ontwikkeling. De geestelijke zielen zijn daadwerkelijk scheppers. Het is ook een soort van recreatieperiode.
    

  7. Keuze voor volgend leven

Vroeger of later komt er een moment waarop je de keuze maakt om je voor te bereiden op een volgend aardeleven. Dat voelt in eerste instantie als een angstaanjagend moeilijk proces, want je verlaat de beschermde en liefdevolle geestelijke wereld en komt weer in moeilijke aardse omstandigheden. In vroeger tijden lag er gemiddeld zo’n tweehonderd jaar tussen incarnaties maar vanaf 1700 is dat eens per honderd jaar . Er wordt gezegd dat je in een soort futuristische cockpit terecht komt met verschillende beeldschermen die je indrukken geven van verschillende mogelijke levens  voor een volgende keer. Met een controlepaneel kun je vooruit en terugkijken in die levens. In sommige gevallen kun je (vrijwillig) kiezen voor een volgend levend dat misschien vrij abrupt zal eindigen op bijvoorbeeld  jeugdige leeftijd door ziekte of ongeluk. Dat stelt je dan in staat een groot deel van je karma “snel” in te lossen. 

        

  8. Keuze voor nieuw lichaam

Hierbij kun je kiezen welk fysiek instrument je gaat meenemen op je reis naar de aarde. Gezond of juist niet. Groot en gezond of juist zwak en behoeftig. Dat stelt je in staat bepaalde ervaringen te ondergaan. Vooraf kunnen we voelen en zien hoe dat lichaam zal zijn en hoe een lichaam “denkt”!

  9. Voorbereiding en inchecken.

In deze fase ontmoeten we dierbaren die we in een volgend leven zullen tegenkomen en plannen we ook bijzondere synchroniciteitsgebeurtenissen die we ons hopelijk zullen herinneren. Symbolen of sleutelmomenten zullen we ons inprenten die bepalend zijn, bijvoorbeeld  wie onze levenspartner zal zijn.  Na al deze voorbereidingen treffen we nog de Raad van Ouderen  met een serene uitstraling , die onze voornemens willen horen en ons op het hart drukken om onze idealen te realiseren in dat volgende leven als een soort laatste peptalk.
  

 10. Nieuwe geboorte 

Hierbij verliezen we het bewustzijn en gaan we ook door een  soort van tunnel en worden uiteindelijk geboren.          

Dus de hamvraag is: " kunnen we het risico lopen dat we deze overtuigingen ten onrechte van de hand wijzen of negeren? Sterker nog: "mogen we het risico lopen dat we vanuit ons beperkte weten – zeg maar: onze onwetendheid - iets doen wat erop kan uitdraaien dat we de waarheid hieromtrent nooit achterhalen"?!