dinsdag 30 december 2014

De hemel in kaart





Dit is het tweede boek van de Amerikaanse neurochirurg die zelf een bijna dood ervaring (BDE) heeft gehad als gevolg van een bacteriële meningitis (hersenvliesontsteking)  die zijn neocortex  aantastte en waardoor hij uiteindelijk in een 7 dagen durende, diepe coma belandde . Toch behield hij een helder bewustzijn en beleefde levensechte (hemelse) gebeurtenissen. Deze ervaring heeft hij beschreven in zijn eerste boek : ”Na dit leven” .  Tijdens zijn geestelijke, buitenaardse reis heeft hij een vrouwelijke begeleidster die hem heel vertrouwd en bekend voorkomt. Pas als hij weken daarna uit zijn coma is ontwaakt en weer enigszins is hersteld krijgt hij een brief met daarin een foto van een vrouw die zijn biologische zus is geweest maar inmiddels overleden is en die hij zijn hele leven niet heeft gezien. Op dat moment herkent hij zijn hemelse gids.     
 
Het is uitzonderlijk omdat de wetenschapper jarenlang zelf mensen behandelde en opereerde en hun ervaringen als fantasie en hallicunaties bestempelde. Nu is hij volledig overtuigd van het bestaan van een bovenaardse of geestelijke wereld waar men oude bekenden terugziet en waar liefde de alles verbindende factor is. In die geestelijke hemel (al zijn het er meerdere)  bestaat  ook water, weidevelden, bomen en bloeiende planten  maar met een meer intense kleurervaring.  Er is ook muziek die vele malen mooier is dan op aarde.
In dit 2e boek probeert hij zijn ervaringen beter te begrijpen en te verklaren door zich te verdiepen in historische personen zoals filosofen en mystici.  Hij noemt bijvoorbeeld Plato( 427- 358 voor Chr.), Aristoteles (384- 322 voor Chr.),  Jacob Böhme (1575-1624), Emanuel Swedenborg  (1688-1772), maar ook moderne onderzoekers als William James (1842-1910) en Allister Hardy (1896-1985). 
Daarnaast heeft hij in zijn nieuwe boek veel teksten opgenomen van mensen die na het lezen van zijn eerste boek hun persoonlijke ervaringen hebben opgeschreven en naar Eben Alexander hebben opgestuurd. Dit zijn soms verhalen met vergelijkbare BDE-ervaringen, maar het zijn ook getuigenverslagen van mensen die het overlijden  of overgaan van hun naaste geliefden intens hebben meegemaakt . In weer andere gevallen gaat het om spontane, mystieke (verlichtings-) momenten die mensen in hun leven  hebben meegemaakt.  Al deze verhalen vormen een aanvullend bewijs voor het feit dat mystieke of geestelijke belevenissen veel vaker voorkomen dan wij denken en een diepe indruk achterlaten, die mensen hun leven lang niet meer vergeten. Er ontstaat dan ook een besef dat er een geestelijk hiernamaals is en dat we niet bang hoeven te zijn voor de dood.  Iemand schreef zelfs dat ” het doodgaan het grootste avontuur van het leven is”. 

Wat mij bijzonder raakte was een beschrijving van het overlijden van een familielid , dat ’s nachts gebeurde,  waarbij vanuit het hoofd (bij de slaap) plotseling een bolvormig licht tevoorschijn kwam dat van binnen diepblauw was met lichtstralen erom heen. Het geheel was maar een centimer groot. Het zweefde uiteindelijk naar het plafond en verdween daarna.
Een andere indrukwekkende ervaring gaf iemand die in een treincoupé zat en merkte dat gedurende een paar seconden de ruimte gevuld werd met licht. Daarbij ontstond tegelijkertijd het gevoel  van onvoorwaardelijke liefde en verbondenheid met alle mensen. Alle mensen waren schitterende en stralende wezens . Een soort van Pinksterervaring zoals in de Bijbel beschreven staat, toen de apostelen de heilige geest in de vorm van vurige tongen over zich heen voelden komen en hun doorstraalden.  
Dit boek is enigszins vergelijkbaar met het boek “Eindeloos  Bewustzijn” van medisch specialist Pim van Lommel , die ook vele verschillende BDE-ervaringen van mensen heeft beschreven en deels vergeleken met elkaar en andere geesteswetenschappelijke stromingen.


Een punt van kritiek is misschien het feit dat de titel te veelbelovend is. Het boek zelf geeft maar vrij globaal een beschrijving van de verschillende geestelijke werelden.  Anderzijds staat er ook een storende fout in. Zo wordt Jacob Böhme beschreven als Nederlander, terwijl het een Duitse mysticus was.  
 

zondag 7 december 2014

Geestelijke of Buitenaardse wereld ?

Steiner versus Von Däniken.

Al bijna 30 jaar ben ik een bewonderaar van Rudolf Steiner (1861-1925) die wel eens de belangrijkste westerse ingewijde wordt genoemd van de vorige eeuw. Hij heeft met zijn bovenzinnelijke en/of geesteswetenschappelijke kennis verruiming en verdieping gegeven aan de gehele wetenschap. Dat geldt zeker voor de medische , sociale en economische wetenschapsgebieden. Nog indrukwekkender zijn Steiner ’s overgeleverde inzichten over de mensheidsontwikkeling en de ontwikkeling van de kosmos. 


Nog niet zo lang geleden heb ik me daarnaast diepgaand bezig gehouden met de inzichten van Erich von Däniken. Zijn bekendste boek “Waren de Goden Astronauten” dat in 1972 verscheen, werd een bestseller. Daarin schrijft hij met vele verschillende voorbeelden en archeologische bewijzen dat de ,mensheid al veel ouder is dan de huidige wetenschappers beweren. Verder dat de mensheid een belangrijke ontwikkeling heeft kunnen doormaken door het ingrijpen van hoogontwikkelde (buitenaardse) wezens die in een ver verleden de planeet aarde hebben bezocht en zich genetisch gezien vermengd hebben met mensen. 
  
Zijn zoektocht heeft geleid tot meer dan 25 boeken (waarvan er 18 ook in het Nederlands zijn verschenen) waarin hij al zijn archeologische inzichten opgedaan tijdens wereldreizen en langdurige studie van oude geschriften wereldkundig maakt. In veel gevallen zijn ze zeer controversieel en druisen volledig in tegen de gangbare wetenschap die hij te specialistisch en conformistisch vindt. Wat afwijkt van de gangbare opvattingen wordt liever verborgen gehouden door wetenschappers. Von Däniken heeft echter niets te verliezen dan zijn persoonlijke eer, maar weet steeds meer mensen te overtuigen. Steeds weer weet Von Däniken duidelijk te maken dat er geen Goden of Geestelijke wezens nodig zijn geweest zoals de Bijbel en andere heilige geschriften beweren. 

Inmiddels is hij een ware kenner van hele oude Sanskrietteksten waarin gedetailleerd raketten, geavanceerde wapens  en ruimtevaarttechnologieën worden beschreven die wij tot op de huidige dag nog niet eens allemaal kennen. Hij heeft zich ook intensief beziggehouden met oude mythische verhalen zoals van Oude Grieken en Indiërs, maar ook van zogenaamde primitieve stammen en exotische eilandbewoners met hun scheppingsverhalen. Ze worden mythisch beschouwd omdat de verhalen ogenschijnlijk zo uitzonderlijk en onrealistisch lijken. Het is daarom gemakkelijker om ze dan maar als beeldende, gefantaseerde verhalen te beschouwen. Bij nadere beschouwing zijn het echter vaak waarheids-getrouwe waarnemingen geweest van mensen die echter niet de kennis hadden om technisch, wetenschappelijk de fenomenen te verklaren. Het verhaal van de Argonauten is zo’n voorbeeld van bovenmenselijke helden die over bijzondere krachten beschikten.
Door de jaren heen heeft Von Däniken steeds weer nieuwe bewijzen aangedragen om zijn visie die in het algemeen de paleo-SETI-theorie wordt genoemd te ondersteunen.

Uiteindelijk zat ik met een groot dilemma. Moet ik de kosmologische theorieën over de mensheidsontwikkeling en de beïnvloeding vanuit de geestelijke wereld van Steiner laten vallen en kan ik deze vervangen door de inzichten van Von Däniken??




Hier begon mijn speurtocht en allereerst bij onderwerpen waarover beide personen hebben geschreven. Dankzij de website AntroWiki kun je op steekwoorden zoeken in het gehele werk van Steiner en mijn  eerste poging was “buitenaards leven” maar dat leverde geen hits op. Voorlopig concludeer ik dus dat Steiner hier nooit iets over gezegd heeft.  Daarna Atlantis en dat leverde wel zoekresultaten op.

Atlantis

Steiner beweert op basis van zijn geesteswetenschappelijke onderzoeken en zijn directe  toegang tot de Akashakronieken (soort wereldgeheugen)  dat in een ver verleden een groot land (Atlantis) gelegen was tussen Europa en de Verenigde Staten (en dus niet in de Middellandse Zee). De aanduiding van de Atlantische Oceaan is daarom zeker geen toeval. Het laatste en kleinste deel van Atlantis was een eiland, dat voor de westkust lag van de Verenigde Staten (in de buurt van het huidige Cuba). Dat beweerde ook al de in slaaptoestand helderziende Edgar Cayce.  

Von Däniken beweert hetzelfde en baseert zich daarbij op allereerst Plato maar daarna ook op een oude, zeer bijzondere wereldkaart van de Turkse admiraal Piri Reis (1500) die nu in het museum Topkapi bewaard wordt. Op deze wereldkaart staan minutieus en waarheidsgetrouw de contouren van het verre en toen nog grotendeels onbekende land “Amerika” en nog uitzonderlijker de omtrekken van het land onder de Zuidpool. De huidige Zuidpool gaat onder een honderden zo niet kilometers dik ijs verborgen maar was ooit land dat boven de zeespiegel uitstak. Op die kaart staat ook een eiland getekend met de naam Espaniola voor de kust van Amerika en inderdaad in de buurt van Cuba. Die naam gaf Columbus aan het huidige Haïti. Was dat toch Atlantis??
  
In 2001 hebben Canadese wetenschappers voor de westkust van Cuba inderdaad een 6000 jaar oude verzonken stad gevonden op een diepte van 650 meter. Nader onderzoek met een onderzeerobot gaf aan dat het om granieten bouwwerken gaat en dat er ook piramides bij zijn. Sommige blokken zijn wel 2,5 a 3 meter van omvang. Nader onderzoek zal moeten aantonen welke beschaving dit mogelijk is geweest. Zie ook http://religieuze-ervaringen.blogspot.nl/2014/08/het-geheim-van-atlantis.html Op deze punten verschillen Steiner en Von Däniken dus niet.

Menselijke evolutie

 Een andere belangrijke overeenkomst is het feit dat beide er van overtuigd zijn dat de mens niet ontstaan is uit dierlijke voorouders, zoals het Darwinisme en de evolutiebiologen dat beweren.      De genetische overeenkomst tussen “mensapen” (chimpansee en gorilla) en de mens is weliswaar zeer groot (95% of meer), maar geslachtelijke voortplanting tussen beide soorten is niet mogelijk. Volgens Steiner hebben hogere geestelijke wezens (onder andere Geesten van de Vorm) ingegrepen in de mensheidsontwikkeling waardoor de huidige mens een totaal andere mens is dan de vroegere mens uit Lemurië (Azië) of Atlantis (Westen). De vier wezensdelen van het fysieke, etherische, astrale en ik-lichaam waren in die vroegere aardefasen zeer verschillend ontwikkeld. 

Volgens Von Däniken hebben buitenaardse hoogontwikkelde wezens ingegrepen in de menselijke evolutie en hebben zij belangrijke kwaliteiten van het denken en zelfbewustzijn ingebracht via geslachtsgemeenschap met mensen.  Dat leverde in eerste instantie een soort reuzenras op van “Goden of Halfgoden” die honderden jaren leefden zoals ook in de Bijbel staat beschreven. Deze bijzondere godenmensen zijn de belangrijke cultuurdragers geweest van oude beschavingen  zoals bij de Olmteken, Azteken, Joden en Egyptenaren.   

Concluderend verklaren beide de menselijke evolutie door ingrepen van buitenaf door "hogere, verder ontwikkelde" wezens.

Buitenaards Leven   

Steiner beschrijft ook hele vroege aardefasen (toen het nog een geheel vormde met de huidige maan) en wist ook de andere planeten een meer geesteswetenschappelijke betekenis te geven. Zo is er sprake van Saturnus- en Maanwezens als verschillende geesteswezens.

Von Däniken beschrijft ook dat er op meerdere planeten hogere beschavingen waren met mensachtige wezens, die in vroegere tijden de aarde hebben bezocht. Dus ook hiervoor geldt dat zowel Steiner alsook Von Däniken buitenaardse beschavingen erkennen.

Lijkt het dan dus maar alleen een semantisch verschil met Von Däniken ? Buitenaardse wezens of Geesteswezens?? 

Een definitieve verklaring vond ik echter in een bijzonder boek van Von Däniken , getiteld: "Verschijningen". Daarin beschrijft hij de resultaten van zijn jarenlange onderzoek naar verschijningen zoals die aan de kinderen in Fatima en Lourdes. Zijn conclusie was dat het niets te maken had met hemelse wezens zoals Maria of Jezus. Het zijn meer fenomenen vanuit de geest (onder- of bovenbewuste). Von Däniken is weliswaar katholiek opgevoed, maar geeft eerlijk toe zelf niet religieus te zijn. Des te opmerkelijker is het als hij concludeert dat "de stof van de wereld de stof van de geest is". Dat is een wetenschappelijke stelling van Arthur Eddington. Verder baseert hij zich ook op wetenschappers als Bernard Bavink en zelfs Max Planck. De laatste zei ooit : "dat er een intelligente kracht in het universum moet zijn die de atoomdeeltjes in beweging brengt en ze bij elkaar houdt en achter die kracht moet een bewuste intelligente geest zijn. 
Deze geest is de oorsprong van de gehele materie".  Dat komt volledig overeen met de geesteswetenschappelijke visie van R.Steiner. Dus ook hier zijn beide heren geestverwanten.