woensdag 28 mei 2014

Ruimtevaart volgens Von Däniken


 

De fantastische werkelijkheid: een boekbespreking
Dit in 1985 voor het eerst uitgegeven boek van onderzoeker en journalist Erich von Däniken gaat uitgebreid in op de (on-)mogelijkheden van huidige ruimtevaart, maar geeft ook een goed beeld van de huidige inzichten op het gebied van de astrofysica. Von Däniken is zeer  populair en blijft vasthouden aan zijn oorspronkelijk in 1968 gepresenteerde visie, dat buitenaardse intelligenties onze aarde in vroegere tijden hebben bezocht. Van zijn boeken zijn momenteel ongeveer 45 miljoen exemplaren verkocht in 31 talen en meer dan 40 landen. Jarenlang werd hij verguisd en belachelijk gemaakt door wetenschappers maar soms krijgt hij bijval uit onverwachte hoek. Zo heeft de NASA in 2014 een uitgebreid wetenschappelijk rapport uitgebracht waarvan de conclusie is dat oude rotstekeningen met grote waarschijnlijkheid afkomstig zijn van buitenaardse beschavingen (zie:    http://www.ninefornews.nl/nasa-boek-oude-rotskunst-mogelijk-het-werk-van-buitenaardsen/ ). De publicatie is opgesteld dooor dr. Vakoch van het SETI-instituut van de Nasa.  SETI staat voor Search for ExtraTerrestrial Intelligence (buitenaardse intelligentie).





 In het eerste hoofdstuk beschrijft Von Däniken een bezoek aan het Amerikaanse onderzoeksinstituut Space Command in de bergen van Colorado Springs . Daar is een onderaards complex van stalen containers (drie verdiepingen hoog) ingericht dat bestand is tegen aardbevingen, overstromingen en zelfs een atoomaanval. Hier worden door zesduizend mensen continu alle bewegingen van raketten, planeten, meteorieten en vooral satellieten nauwgezet gevolgd. Alle nog te lanceren raketten en satellieten (commercieel of militair) krijgen een baan toegewezen van dit instituut. Aan Von Däniken werd verteld dat er al zo’n ruim 5.300 satellieten in de ruimte  zijn en dat vraagt dus om goede afstemming. In dit ruimtevaartcentrum is men ook in staat om gelanceerde raketten (wel of niet met een gevaarlijke lading) te monitoren en de autoriteiten op tijd te waarschuwen als deze in het verkeerde luchtruim dreigen terecht te komen of mogelijke een  vijandige aanval zou kunnen zijn. Vanuit de ruimte zou men de hele aarde kunnen aanvallen maar ook beschermen.  Gek genoeg heeft de journalist Von Däniken niet gevraagd of hier  onbekende objecten zoals UFO’s zijn gesignaleerd. Als ze ergens waargenomen zouden kunnen worden dan juist hier. Mogelijk dat er een afspraak is gemaakt om hierover geen meldingen te doen.   

  Het idee van een ruimteschild (Strategic Defense Initiative) dat de VS onder Reagan  in 1983 wilde gaan opzetten past hierin. In 1967 echter hebben alle grootmachten samen een internationaal ruimtevaartverdrag afgesproken, waarin is vastgelegd dat er geen massavernietigingswapens de ruimte in mogen worden gebracht (artikel 4).  Manen, sterren  of planeten mogen ook  geen nationaal bezit of bezet worden (artikel 2).

In het verleden is dat wel eens anders geweest. Von Däniken suggereert dat de rode planeet Mars in het verleden verwoest is door het laten ontploffen van kernwapens. In het najaar van 2016 heeft een astrofysicus dr. John E.Brandenburg dit ook bevestigd op basis van zijn onderzoek tijdens een conferentie voor de AIAA (American Institute of Aeronautics en Astronautics ). Twee grote en zware explosies in de Marsatmosfeer ten noorden van Cydonia Mensa en Galaxias Chaos, waren bedoeld om het leven op de planeet volledig uit te roeien. Isotopen wijzen op enorme schokgolven in de noordelijke regio's veroorzaakt door nucleaire ruimtewapens in een ver verleden (toen wij op aarde zeker nog geen nucleaire wapens hadden).  
  In een ander hoofdstuk beschrijft Von Däniken de stand van de ruimtevaarttechnologie en de plannen voor de nabije toekomst. Zo zijn er al vier ruimte sondes (Pioneer X en XI en Voyager I en II) gelanceerd in de jaren 70, die zelf geen eigen aandrijving hebben, maar wel heel ver de ruimte in vliegen. Na drie jaar zullen ze buiten ons zonnestelsel kunnen komen, dankzij de aantrekkings-krachten van planeten. Er zijn er ook experimenten geweest met een trans-atmosferisch vliegtuig dat buiten de dampkring kan vliegen en daardoor sneller grotere afstanden kan overbruggen. De Engelse multimiljonair Richard Branson is al bezig een dergelijk commercieel vliegtuig te bouwen.





 
Vliegtuigproducent McDonnell Douglas heeft er ook al een ontwikkeld.                                              Zeer interessant is de ontdekking van astrofysici en die nu Langrange punten (L1 tot L5) genoemd worden. De wiskundige Langrange heeft eind 1700 berekend dat er dode punten in de ruimte zijn, waar meteorieten of objecten gewoon blijven hangen, omdat ze daar buiten de aantrekkingskracht van planeten zijn. Er zijn nu meerdere van deze zogenaamde libratiepunten bekend, die uitermate geschikt zijn om daar ruimtestations te plaatsen.  Het Instituut van ruimtestudies (ISS) onder leiding van O’Neill heeft een studie uitgevoerd naar een L-5 society om de ruimte te gaan bevolken. Later heeft hij daar het boek “Onze toekomst in de ruimte” (1978) over geschreven.

De Europese ruimtevaartorganisatie ESA, maar ook de Russen en Amerikanen hebben al ervaring opgedaan met een ruimtestation (ISS). Als ruimtestations om hun as draaien wordt daarmee ook zwaartekracht opgewekt, nodig om mensen gezond te kunnen laten leven. ESA heeft het ruimteplatform Eureca ontwikkeld.
Von Däniken gaat verder en beschrijft al een echte ruimtestad waar duizenden mensen kunnen werken en wonen, zelfs met  fabrieken en energiecentrales  in de ruimte. Die fabrieken leek me eerst heel vreemd, totdat Van Däniken beschrijft wat voor stoffen er op de maan allemaal gevonden zijn en  gewonnen zouden kunnen worden in steengroeven.  Von Däniken baseert zich daarbij op een Duitse wetenschappelijke studie van prof. Hermann Koelle uit 1983 over het ontwerp en de economische haalbaarheid van een maanfabriek. Er kan gas geproduceerd worden met een hoog zuurstofgehalte, dat gebruikt kan worden in ruimtecapsules en steden. De zuurstof wordt gewonnen als bijproduct uit gesteenten, die voor 40% uit zuurstof bestaan. Zuurstof is ook nodig voor de productie van water (CO2). De zwarte meren bevatten veel ijzer van  de beste kwaliteit. Titaan (een op aarde schaars metaal) is er op de maan in overvloed. Dat geldt ook voor silicium, dat nu volop gebruikt wordt voor zonnecellen. De bauxietlagen (voor winning aluminium) zijn onuitputtelijk. De gewonnen grondstoffen kunnen bewaard blijven in ruimtestations of in containers op plaats L-2 (relatief dichtbij de maan ).

De auteur haalt ook experts aan die beweren dat we de dode planeten kunnen omvormen tot planeten waar leven op mogelijk is. Deze planeten zullen dan d.m.v. ontploffingen dichter of verder weg van de zon moeten worden gebracht om hogere of lagere oppervlaktetemperaturen te genereren. Daarna zouden er blauwalgen op deze planeten moeten worden gebracht die zuurstof opwekken. Dan ontstaat er waarschijnlijk ook een atmosfeer. Geo-engineering in het groot ! 

Het boek eindigt met ruimtevaart uit.... een ver verleden! 
Een professor uit India genaamd Kanjilal stuurde Von Däniken een tekst met daarin beschrijvingen van Vimana's (vliegende machines) uit de oudste Vedische literatuur en klassieke Sanskriet-teksten.  Daar vind je een keur van verschillende beschrijvingen van technische objecten die door het luchtruim vlogen in verschillende afmetingen en vormen. Er is zelfs sprake van dat men in staat was over grote afstanden te vliegen en zo mogelijk zelfs in Zuid-Amerika terecht konden komen. Dat zou wel een verklaring zijn voor de opvallende gelijkenissen in de piramidevorm en afbeeldingskunst tussen tempels en bouwwerken in Zuid India (gebied Madras) en die van Zuid Amerika ten tijde van de oude Inka's en Maya's.  Men heeft ook onbekende schrifttekens gevonden op oude panelen in Equador die zo'n dertig jaar geleden zijn ontcijferd door Sanskrietgeleerden !
Von Däniken blijft je verbazen, maar met zijn gezonde dosis nieuwsgierigheid en brede kennis komt hij verder dat de meeste specialistische deskundigen.               

 
 



 
 
 

woensdag 21 mei 2014

Goud der Goden: een boekbespreking



























Erich von Däniken schreef dit boek in een Nederlandse uitgave in 1972. In dit boek brengt hij weer nieuwe inzichten en voorbeelden naar voren die moeten ondersteunen/ bewijzen dat er in het verre verleden buitenaardse beschavingen zijn geweest op de aarde en dat we daar nog steeds sporen en overblijfselen van kunnen vinden.

Hoofdthema in dit boek zijn de vele enorme onderaardse gangenstelsels van soms wel honderden kilometers lang, die zeker niet van natuurlijke oorsprong zijn, maar waar technische hulpmiddelen voor zijn gebruikt. Een vrij onbekend voorbeeld daarvan zijn de wel duizend kilometer lange tunnels en ruimten onder Ecuador (en deels Peru) die in 1965 met hulp van plaatselijke indianen zijn ontdekt door de Argentijn Juan Moricz. De ingang is gelegen in het oostelijk deel van Ecuador in de provincie Morona- Santjago. Na drie jaar heeft Moricz een audiëntie bij de president van Ecuador aangevraagd en hem verteld over zijn ontdekkingen. Helaas, aangezien Ecuador een arm land is heeft men niet de moeite gedaan hier grootschalig archeologisch onderzoek te verrichten.





















• Links: Gouden plaat met figuur van 52 cm hoog en vier tenen en vingers.
• Rechts: Gouden vierkante plaat van 1 meter bij 50 cm en 3 cm dik























Linksboven : een gouden schijf van 22 cm doorsnede. Onder: vierkante gouden platen met piramide vormen. Rechtsboven: pater Cresp die in de kerk in Cuenca enorme goud- en zilverschatten bewaard, gekregen van de Peruaanse indianen en afkomstig uit onderaardse tunnels.


Dat is een grote gemiste kans, want men heeft er tot nu toe al bijzondere gouden schatten gevonden. De waarde schuilt niet zozeer in het gebruikte edelmetaal als wel de bijzondere voorstellingen en de archeologische waarde. Zo is op de linker vierkante plaat rechtsonder klein aan de voet van de piramide een klein olifantje te zien. In Zuid-Amerika zijn echter olifanten al 12.000 jaar geleden uitgestorven!? Hoe oud zijn deze platen dan?? Apart is ook de vorm van de piramiden met punten zoals we die in Egypte kennen, maar in Zuid Amerika komen alleen afgeplatte piramides voor ??
Verder heeft men er ook voorwerpen van steen en metalen bladen gevonden met gegraveerde tekens en schriften erop . Dat zou misschien wel eens de complete geschiedenis van de mensheid kunnen bevatten als we de tekens of schrift kunnen ontcijferen.

Von Däniken heeft in 1972 samen met Moricz deze gangen persoonlijk bezocht. De ingang is uit de rotsen gehouwen maar zo breed als een schuurdeur. Eenmaal binnen moet je 80 meter afdalen aan een touw en dan kom je in een eeuwenoude onderwereld . De gangen zijn allemaal rechthoekig en de muren glad alsof ze gepolijst zijn. Er bevindt zich ook een enorme onderaardse zaal of gewelf met een grondoppervlak van 110 bij 130 meter. Deze gangen moeten met technische hulpmiddelen (laserstralen??) gemaakt zijn zo recht en gelijkmatig zijn ze.
In de zaal staan een soort tafel en stoelen maar ook figuren van dieren : sauriërs, olifanten, leeuwen, krokodillen, kamelen, bizons etc. Het is een tuin van dwaasheden want nergens ter wereld komen al deze dieren tegelijkertijd voor én de dieren zijn van puur goud !
Je vindt hier ook de meer dan duizend metalen platen, die soms maar millimeter-dun zijn maar met afmetingen van zo’n meter bij 50 cm en heel gelijkmatig bedrukt met tekens en stempels als door een machine gedaan. De lettertekens zijn onbekend en volgens de huidige archeologische inzichten hebben de oude Inca's en Maya’s nooit het schrift gekend. Van welke wezens vinden we hier dan de bewijzen??
Von Däniken maakt zijn theorie heel aannemelijk door te veronderstellen dat de gevallen engelen (of verstoten ruimtewezens uit de hemel) bij hun komst op de aarde hun heil zochten in onderaardse schuilplaatsen, onzichtbaar voor bedreigende aardebewoners of andere ruimtewezens.

foto: Blumrich


In eerdere boeken heeft Von Däniken vaak teksten uit het Oude Testament aangehaald en vooral die van Ezechiël. Deze verhalen lijken geschreven te zijn door iemand die iets zeer ongewoons heeft meegemaakt en het daarom zo gedetailleerd en levendig beschrijft. Volgens de amateurarcheoloog en journalist Von Däniken staan hierin nauwkeurige beschrijvingen van ruimtevoertuigen of zelfs raketten. Dat leverde hem veel kritiek op uit de wetenschappelijke wereld. In 1972 heeft een Amerikaanse ruimtevaartwetenschapper Joseph Blumrich, die jarenlang gewerkt heeft voor de NASA aan de ontwikkeling van Apollo- en Saturnusraketten een gedegen eigen onderzoek uitgevoerd. Aanvankelijk was Blumrich zelf heel sceptisch, maar uiteindelijk moest hij erkennen en concluderen dat de beschrijvingen zo nauwkeurig waren dat hij zelfs ontwerpen en berekeningen kon uitvoeren van deze ruimtevoertuigen. Hij moest erkennen dat Von Däniken gelijk had.
Zijn ontdekkingen zijn gepubliceerd in het boek: "The Spaceships of Ezekiel", uitgeverij Bantam Books, Februari 1974. Hij heeft jaren later de ontwerpen ook gerealiseerd (zie onderstaande foto).

vrijdag 9 mei 2014

Terug naar de sterren: een boekbespreking


















Dit boek van de Zwitserse journalist en amateur archeoloog Von Däniken is oorspronkelijk verschenen in 1969 ruim een jaar na zijn veel bekendere boek “Waren de Goden Kosmonauten”. Het kernthema van deze autodidact is echter hetzelfde gebleven. Hij probeert door middel van vele verschillende bronnen uit diverse gebieden en culturen van de wereld te bewijzen dat er ooit in een ver verleden hoog intelligente wezens van buitenaardse oorsprong geland zijn op onze aarde. Dat heeft zoveel indruk gemaakt op de toen aanwezige mensachtige bevolking dat we nog steeds veel sporen daarvan kunnen vinden in de orale en schriftelijke overleveringen, in de oeroude rotstekeningen en in oude beelden of kleitabletten. Lezen we de bijbel en dan met name het oude testament met de boeken van Mozes vanuit dit perspectief , de Mahabharata of de Kabbala dan ontstaan er opeens hele andere verklaringen dan de gebruikelijke. Het zijn dan mogelijk geen fantasieën meer van culturele rituelen of magische droomverhalen maar zouden veel eerder daadwerkelijke beschrijvingen van historische gebeurtenissen kunnen zijn.













Von Däniken is een meesterverteller en hij is een uitstekende leraar die moeilijke onderwerpen glashelder kan uitleggen. Dat lukt niet alleen met antieke teksten maar ook als het gaat om wetenschappelijke vakgebieden en moderne inzichten. Hij weet de astronomie, de natuurkunde, de biologie, de geologie en zelfs DNA-technologie haarfijn uit te leggen. Hieruit blijkt zijn kwaliteit als ervaren journalist en autodidact die zich goed kan inleven in een (kritisch en onwetend ) publiek. Zijn boeken blijven dan ook van begin tot eind boeien.
Een prachtig voorbeeld dat ik zelf niet kende, omdat ik geen scheikunde en biologie in mijn middelbare schoolpakket heb gehad, was een wetenschappelijk model voor het ontstaan van leven. Het zogenaamde Stanley Miller-experiment (1953) is opgezet om aan te tonen dat uit anorganische (dode materie) stoffen van de oeratmosfeer opeens organische (levende)stoffen kunnen ontstaan. Een glazen kolf (kiemvrij gesteriliseerd) wordt deels gevuld met waterdamp, ammoniak, waterstof en methaan. In deze kolf worden twee elektroden gehangen waar later vonken uit overslaan bij 60.000 Volt. Een andere lager gelegen kolf wordt gevuld met water en verhit tot 180 graden. De waterdamp van de lager gelegen kolf stijgt op en komt terecht in de kolf gevuld met de vier gassen en wordt bestookt met "bliksem". Na afkoeling stroomt het residu van de hoger gelegen kolf weer terug naar de kleinere kolf gevuld met water. Deze kringloop ging langere tijd door, wel een week lang. Toen men ging onderzoeken wat voor stoffen er in de "oersoep" zaten bleken dat aminoboterzuren, asparaginezuren, alanine en glycocol te zijn. Dat zijn gecompliceerde stoffen die noodzakelijk zijn voor biologische, organische systemen. Via allerlei verschillende proeven zoals stikstof in plaats van ammoniak of formaldehyde en zelfs kooldioxide in plaats van methaan, heeft men zo twaalf verschillende aminozuren voortgebracht. De proef lukte ook zonder vonkenbliksem maar met gebundeld licht of zelfs ultrageluid. Soms ontstond er ook suiker.

Persoonlijk hebben mij vooral bepaalde passages uit de oude geschriften getroffen zoals een beschrijving van verschillende werelden in de Kabbala (een oud mystiek joods boekwerk waarvan een zesdelige uitgave bewaard wordt in de Parijse Sorbonne). Daarin is sprake van zeven verschillende planeten(werelden) waar de bewoners er anders uitzien (zonder neus maar met twee gaten of een groot lichaam hebben), waar het hemelgewelf opeens een rode zon heeft of zelfs twee zonnen en waar de jaar- of dagritmes anders zijn. Hoe kan men dat weten? Fantasie? Nog niet heel lang geleden dachten aardebewoners dat de aarde nog een platte schijf was.

Een ander interessant onderwerp dat in dit boek uitgebreid aan bod komt zijn de vele gevonden ronde bollen van graniet of lava met verschillende afmetingen door heel Zuid-Amerika. Soms van maar 20 of 30 centimeter maar er zijn ook voorbeelden van meer dan 2 meter en wel 16 ton zwaar (Costa Rica). Bijzonder zijn ook de vindplaatsen van dergelijke stenen. Soms in een dicht oerwoud of boven op heuveltoppen en meestal is er in de wijde omtrek geen steengroeve waar ze vandaan kunnen komen. Soms liggen er meerdere ballen (zo’n 12 of 15 stuks) in een rechte lijn maar soms liggen ze er ook alleen. De ronde gladde afwerking van deze bollen vergt ook technische kennis en middelen en kunnen zeker niet ontstaan zijn door langdurig rollen en rondslijpen in een rivierbedding, want die zijn er niet eens in de buurt. Von Däniken heeft er ook geen plausibele verklaring voor maar ontkracht wel bestaande archeologische verklaringen. Zelfs de plaatselijke indianenvolken hebben er geen verklaring voor, maar zijn er wel heel bang van alsof het werktuigen van de goden zijn die hun destructieve werk nog steeds zouden kunnen doen. Waren het wapens of kogels van zeer grote kanonnen? Dit mysterie is nog niet opgelost.

In het boek komen meerdere reizen aan bod die Von Däniken gemaakt heeft voor zijn onderzoekingen. Zo heeft hij ook contact gehad met Russische wetenschappers die hem vertelden over vondsten in grotten in Baian Kara Ula (China) in 1939. Het ging om kleine skeletten van wezens met een ranke lichaamsbouw maar met vrij grote schedels. Op de rotsen vond men tekeningen van wezens met ronde helmen. Ze vonden ze er ook borden van graniet en wel meer dan 700 stuks. Ze waren 2 cm dik met in het midden een gat van waaruit spiraalvormig een dubbel spoor van beeldschrift tot aan de rand liep. Uit verder onderzoek bleek dat de granieten borden veel kobalt en metaal bevatten hetgeen ongewoon is. Pas na jarenlange inspanningen heeft men een deel van het schrift kunnen ontcijferen. De tekst blijkt een stuk geschiedenis weer te geven. Het zou gaan om buitenaardse wezens die twaalf duizend jaar geleden op onze aarde terecht zijn gekomen die niet meer terug konden. Ze werden echter door de plaatselijke bevolking gemeden en veracht en later mogelijk bedreigd. Het strookt wel met oude Chinese sagen die vertellen dat er kleine gele broodmagere wezens uit de hemel kwamen vallen. Dat is echter geen bewijs voor de wetenschap.

Voor mij het meest overtuigend zijn de besprekingen van stukken uit het oude testament . In de boeken van Mozes blijkt dat God meestal op een berg of heuvel verschijnt en vaak met donderend geraas en kabaal. Zou de almachtige God geen elegantere stille manier hebben om zich te verplaatsen of om te verschijnen? Verder kennen we natuurlijk ook het scheppingsverhaal waarbij Adam werd geschapen naar zijn evenbeeld en over het resultaat was God tevreden. Toch lezen we op veel plaatsen bij Mozes dat God later zeer ontevreden en zelfs woedend is over de mensheid. Zozeer zelfs dat ze gestraft moesten worden door de zondvloed of vernietigd door vuur (Sodom en Ghomorra) . Dit roept geen beeld op van een zachtmoedige, altijd vergevende godheid die de mens vrij laat en de hele schepping ter beschikking heeft gesteld. God zag kennelijk zaken over het hoofd, of het liep anders dan gehoopt? Zo heeft Von Däniken ook interessante theorieën over de schepping van Eva (uit een rib van Adam) en wat een onbevlekte ontvangenis zou kunnen zijn.




maandag 5 mei 2014

Tekens voor de Eeuwigheid











Zo luidt de titel van het boek van Erich von Däniken dat hij in 1997 schreef en geheel gewijd is aan het mysterie van de vlakte bij Nazca in Peru en dichtbij de Grote Oceaan.

















Op deze vlakte zijn mysterieuze kaarsrechte lijnen en trapeziumvormige vlakken te zien alsook reuzengrote afbeeldingen van dierenfiguren. Toeristen die over de vlakte vliegen kunnen deze figuren direct herkennen zoals een aap met opgerolde staart en een gestileerde kolibrie.














Von Däniken heeft zelf meerdere bezoeken aan het gebied gebracht en ook het hele gebied per vliegtuig verkend. Hem interesseerden vooral de lijnen en vlakken en de functie ervan.
Uiteindelijk komt hij tot de conclusie dat dit gebied ooit gebruikt is door buitenaardse beschavingen die hier geland zijn. Je kunt je niet aan de indruk onttrekken dat het een groot landingsgebied moet zijn geweest, waarbij figuren als oriëntatiepunten dienden.

Verder is het heel bijzonder dat het gebied beschikt over een uitgestrekt oud ondergronds leidingenstelsel met verschillende waterputten, waar ook nu nog schoon drinkwater is te vinden. Ze worden door de huidige bewoners puquios genoemd. Welke waterbouwkundige ingenieurs hebben die aangelegd en waarom ?? Het hele gebied is al eeuwen een soort woestijn waar zelden regen valt, waar niets groeit en dat totaal ongeschikt is voor landbouw of veeteelt. Hier te gaan wonen heeft dus geen zin. Men vindt hier ook geen menselijke ruïnes die zouden kunnen duiden op oude nederzettingen. Volgens legenden van voor de Inca-tijd waren er in de begintijd "Goden uit de hemel" .

Zo heeft men in het verder weg gelegen Colombia in Indiaanse graven van vorsten gouden sieraden gevonden in de vorm van vliegtuigen of insecten. Nadere bestudering laat zien dat het niet om insecten gaat. Als proef op de som heeft Von Däniken een goede vriend Peter Belting, die ook piloot was, gevraagd een proefmodel(in formaat van modelvliegtuig) te maken om te testen of het ook echt kon vliegen. De testvluchten overtroffen alle verwachtingen. Het toestel was gemakkelijk manoeuvreerbaar ondanks het gat in de romp en de stompe neus en ook zonder landingskleppen of richtingsroeren.











Wat men later wel gevonden heeft in het gebied rondom Ica zo’n 150 km ten noorden van Nazca zijn kleifiguren en duizenden gegraveerde stenen met bizarre voorstellingen van wezens met meerdere hoofden maar ook mensfiguren die op sauriers (uitgestorven dynosauriers) rijden, figuren die met verrekijkers naar de lucht staren en figuren waar medische handelingen mee verricht worden op een manier die wij niet kennen. De huidige wetenschap gaat er vanuit dat dinosaurussen zo'n 65 miljoen jaar geleden zijn uitgestorven en waarschijnlijk door een meteorietinslag. Zo oud is de mensheid zeker niet en dus kunnen mensen en dinosaurussen nooit tegelijkertijd geleefd hebben. Toch heeft de universiteit van Georgia (VS) een hoorn gevonden in Montana van een triceratops en later gedateerd met de C14 methode en daarbij vastgesteld dat deze 33.500 jaar oud is. Als dat juist is zou het inderdaad wel eventueel kunnen.
Von Däniken is daarbij in contact gekomen met een plaatselijke arts Cabrera die hiervan een enorme verzameling heeft vergaard. Sommige zijn vervalsingen en worden verkocht aan toeristen maar er zijn ook hele oude exemplaren.


Deze overtuigende bewijzen bij elkaar hebben Von Däniken de overtuiging gegeven dat buitenaardse hoge beschavingen ooit de aarde hebben bezocht en mogelijk zelfs bijgedragen hebben aan de ontwikkeling en evolutie van de mensheid . Niet alleen door kennis over te dragen maar zich ook genetisch te mengen met menselijke voorouders.

Update 2017

In het nieuws kwam een bericht van nieuwe vondsten van antieke stenen met vreemde voorstellingen die  gevonden waren in grotten in Mexico.
foto: Cinco Radio door Javier LopezDiaz